schot komt terug in de bekroning van de spiegel. De robuust georna
menteerde, grijs en verguld geschilderde spiegellijst heeft een vlammende
kuif als bekroning. De met asymmetrisch snijwerk uitgevoerde lijst is als
vroeg Lodewijk xv te dateren. De zeer fijne vergulde c-voluutjes op de zij
penanten van de boezem zetten zich voort in de zijkanten van de marme
ren mantel. De mantel is in 1770 naar 'weergegeven model', als een
'blaauwe Engelsche schoorsteenmantel met ronde hoeken', gehakt. 47> De
mantelornamentering is mogelijk van de hand van steenhouwer Ramquyn,
die in 1771 en 1772 de mantel bewerkte. 48> De haard is bij de laatste restaura
tie helaas in onbruik geraakt.
De wensen van de stichter hebben hier geleid tot een schoorsteen met de
kenmerkende versierselen van drie Lodewijkstijlen. De ranke vergulde ro-
coco-ornamentering op de boezem zorgen voor een visuele eenheid. Er is
sprake van een Haarlems hofje met Amsterdamse inbreng.
De slanke hoge rechte kappen in de Lodewijk xvi-trant, gecombineerd met
rococo-versieringen, komen in woonhuizen ook voor. In een kamer op de
begane grond in de Jansstraat 46—463 staat een schoorsteen met een hoge
slanke kap in rococo-vormgeving, maar mèt Lodewijk xvi-versieringen. De
boezem met schilderstuk en spiegel is voorzien van een eierlijst en lofwerk,
en bloemguirlandes hangen af langs de schilderijlijst. De gladde licht en
donkergrijs gemarmerde mantel straalt al duidelijk de sfeer van de strakke
Lodewijk xvi-stijl uit. Alle interieuronderdelen waren in deze kamer oor
spronkelijk op elkaar afgestemd.49)
Op de begane grond in de Jansstraat 79 treffen we een schoorsteen aan
met een rijzige kap met een vlakke gemarmerde boezem en mantel. De
opbouw bestaat uit een horizontaal stucpaneeltje, gevat in fijne rococo-
blad- en -bloemranken, terwijl de onderzijde van de boezem door opge
legde versieringslijnen geaccentueerd wordt.50)
De stijl van Lodewijk xvi in combinatie met een vroegere
Lodewijkstijl, het Frans Loenenhofje
In het laatste kwart van de achttiende eeuw zette de omslag naar de strak
kere Lodewijk xvi-stijl door. De hoofdvormen van de betimmering worden
eenvoudiger en strakker en de schoorsteen, gekenmerkt door rechte kroon
lijsten en vlakke pilasters, komt vlakker tegen de muur te staan. De hoge
slanke kappen worden getooid met lange rechte spiegels waarboven hori
zontale schilders- of stucwerkjes prijken. Eenheid in interieurontwerp staat
voorop en er ontstaat een nieuwe sierkunst, onder invloed van de opgravin
gen van Herculaneum en Pompeï. Bandversieringen, rozetten, olijftakken,
A.H.M. SCHOOTS-TIMMERMAN EN L. ZENHORST