nog aanwezig zijn. De wandbespanning is vervangen door modern 'antiek'
behang.
De lichtblauwe geaderde marmeren mantel is strak vormgegeven en
heeft wit marmeren Lodewijk xvi-sierelementen. In het midden van het
fries hangt een medaillon met jongenshoofd aan een strik en omwonden
laurierbanden lopen golvend naar de hoeken, om door de rozetopening
hun weg langs de wangen te vervolgen. (Afb. 6) De houten leap is groen
geschilderd en de samengestelde kroonlijst met divers handwerk kraagt
licht uit tegen het rijk bewerkte stucplafond. 62) Ook hier een spiegel,
laurierslingers, bladwerk en rozetten, de vlakke gecanaluurde Ionische pi
lasters zorgen voor een monumentale indruk.
Conclusie
Tussen 1648 en 1790 stichtten vooral rijke kooplieden uit Haarlem en Am
sterdam middels testamentaire beschikkingen hun hofjes. De benoemde
regenten waren weliswaar afhankelijk van de ter beschikking gestelde fi
nanciën en de 'conditiën' en voorwaarden voor de bouw, maar wisten de
inrichting van de regentenkamers overeenkomstig hun status aan te passen.
De gelukkige omstandigheid dat de hofjesarchieven goed bewaard zijn
gebleven, leverde nieuwe informatie op over de ontstaansgeschiedenis van
6. Medaillon in het fries van de schoorsteenmantel van Gedempte
Oude Gracht 65. (Foto A.H.M. Schoots-Timmerman)
A.H.M. SCHOOTS-TIMMERMAN EN L. ZENHORST