32. Zie de lijst van de bij de bouw ingeschakelde werklieden van 2-11-1785, Archief Teylers inv.nr. 361. Zie ook Ter Molen, a.w. [noot 7], 203 noot 8. 33. Archief Teylers, inv. nr. 1,Protocol Resoluties Directeuren 13-4-1787, p. 146. Zie voor de laatste datum Ter Molen, a.w. [noot 10], 314. 34. Vgl. ook Ter Molen, a.w. [noot 7], 203 noot 6. 35. Archief Teylers inv. nr. 359, Extract Memoriaal Burgemeesters 13-4-1785. 36. Archief Teylers inv. nr. 364, Rekest Viervant aan Burgemeesters, z.d. Enige informatie is ook ontleend aan de goedgunstige beschikking van burgemeesters hierop van 14-4-1787, in hetzelfde inventarisnummer. 37. Archief Teylers, inv. nr. 364, Extract Memoriaal Burgemeesters 14-4-1787. 38. Ibidem. 75— 39. Ter Molen, a.w. [noot 7], 198. 40. Archief Teylers, inv. nr. 365, Extract Memoriaal Burgemeesters 16-5-1788. 41. Voor een overzicht over de Haarlemse hofjes zie buiten Craandijk, a.w. [noot 5], en Kurtz, a.w. [noot 5], ook D.P.M. Graswinckel, Nederlandsche hofjes [Heemschutserie deel 28], (Amsterdam 1944) 35-50. 42. Vgl. Kurtz, a.w. [noot 5], 5. 43. Vgl. Graswinckel, a.w. [noot 41], 9-10; Kurtz, a.w. [noot 5], 5. 44. Over Hofje van Bakenes: Craandijk, a.w. [noot 5], 7-10; Kurtz, a.w. [noot 5], 19-25. Vgl. ook Graswinckel, a.w. [noot 41], 14. 45. Datering volgens Kurtz, a.w. [noot 5], 21. 46. Vgl. ook Kurtz, a.w. [noot 5], 6; Ter Molen, a.w. [noot 7], 193; Tieskens, a.w. [noot 8], 99; Jellema, a.w. [noot 11], 1-2. Afgaande op Graswinckel, a.w. [noot 41], 14, past dit in een ontwikkeling die zich in heel Nederland voordeed. 47. Daarover: Craandijk, a.w. [noot 5], 11-14; Kurtz, a.w. [noot 5], p.27-35. 48. Over het Hofje van Staats o.m. Craandijk, a.w. [noot 5], 84-87; Kurtz, a.w. [noot 5], 119-126; B. Sliggers, Wat in Staats staat en stond. Kunst en kunst nijverheid in het Hofje van Staats te Haarlem, Haarlem 1987. 49. Althans volgens Sliggers, a.w. [noot 48], 2. Volgens Kurtz, a.w. [noot 5], 120, lag de rolverdeling tussen Cleyn (hier als Klijn gespeld) en De Werff precies omgekeerd. 50. Vgl. tabellarisch overzicht bij Kurtz, a.w. [noot 5], 152-154. 51. Voor het Hofje van Noblet is men nog hoofdzakelijk aangewezen op de weinige informatie die bij Craandijk, a.w. [noot 5], 88-92; en Kurtz, a.w. [noot 5], 129-133, te vinden is. 52. Afgaande op Kurtz, a.w. [noot 5], 131, had de stichter, Leonard Noblet (1674- 1750), daarvoor per testament meestertimmerman Willem Batelaan (en voor het opzicht stadsfabriek Izaak Roussel) aanbevolen, maar in hoeverre dit advies opgevolgd is, is tot dusverre onbekend. 53. Archiefdienst voor Kennemerland, archief Hofjes van Staats en Noblet inv. nrs. 68/60, 68/67, 68/75. 54. Idem inv. nr. 68/61. 55. Over het Hofje van Oorschot is tot dusverre nog de meeste informatie te vinden bij Craandijk, a.w. [noot 5], 93-100; en Kurtz, a.w. [noot 5], 135-139. THOMAS H. VON DER DUNK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1996 | | pagina 75