a.m. van den broek
Tijdgenoten over Haarlem
xxii Practicus (W.J.A. Mulder) 1856
Tijdens de drie dagen durende Costerfeesten van 15 t/m 17 juli 1856 trok, ~11~
naast de onthulling van het bronzen Costerstandbeeld op de Grote Markt,
de typografische tentoonstelling in de stadsschool aan de Smalle Oude
Gracht met 3750 betalende bezoekers (a 25 cent) sterk de aandacht.
Een van de aldaar benoemde commissieleden die was belast met de in
richting en bewaking was de heer J. Spaan, onderwijzer van genoemde
school. Spaan had de gelukkige gedachte om alle mogelijke typografica die
op de expositie betrekking hadden, zoals aanplakbiljetten, catalogi, toe
gangsbewijzen en ter plaatse gefabriceerde drukwerkjes, in een album bij
een te brengen.
Een tweede 'gedenkboek' werd door Spaan samengesteld met allerlei
zaken betreffende de verdere Costermanifestatie, zoals toegangsbewijzen
tot de afzonderlijke festiviteiten, (reclame-)prenten, programma's en een
keur van lied- en dichtbundels.
Een van de laatstgenoemde bundels bevat een 'luimig dichtstuk' door
een zekere 'practicus' (pseudoniem voor de Utrechter W.J.A. Mulder). Het
gaat over Amsterdams typograaf die een (rampzalig) uitstapje naar het
Haarlemse Costerfeest maakt.
Klaas Letter's reis naar Haarlem,
bij gelegenheid van het Laurens Coster's-feest
"Hoor, vrouw! 'k wil morgen bij het feest
Pareren in het zwart....
Ik heb een heerlijk pak gehuurd,
Het wordt zoo daadlijk t'huis gestuurd
"Maar, beste klaas! ik heb geen cent,
't Is alles even duur;
Mijn God! waar haal je 't geld vandaan,
Om ook nog meê naar 't feest te gaan?
'k Heb heden licht, noch vuur!" -
Van DAVID VAN DER MART." -