"Enfin, zoo'n feest komt nooit weêrom;
Breng maar me horlogie weg....
Drie gulden! - ja, dat is genoeg,
Maak alles klaar voor morgen vroeg....
Toe vrouw! doe wat ik zeg!"
Een diepe zucht, ontvlood de vrouw:
"Wat kost zoo'n dag toch geld!" -
"Neen, neen," sprak klaas: "dat heb je 1
Wij vinden daar een fermen disch,
Dat 's alles reeds besteld.
Zijn wij te Haarlem aangeland,
Dan is de zaak gezond;
Wij worden - zijn wij gearriveerd -
Door Haarlems burgers getrakteerd,
Tot welkomst op hun grond.
En 's middags! - Nou, ik zeg je niks,
Een groot diner, meheer!....
En niet in de een of andere kroeg,
Neen, in "de Doelen" - dat 's genoeg....
En dan nog al die eer!
Ook zijn wij overal vooraan,
Wij zijn de kern van 't feest!....
Wij brengen daaglijks aan het licht
Wat eens door coster werd gesticht,
Tot voedsel van den geest!
En 't Commité begreep dit ook,
Toen 't zijn besluiten nam;
Want - 't schijnt wel averegts verkeerd
De bazen zijn niet geinviteerd
En spuwen vuur en vlam.
Enfin! dat gaat ook ons niet aan;
Wij trekken met banier
Als typographen Haarlem rond,
En hebben daar, op costers grond,
Twee dagen lang plezier!
Haerlem Jaarboek 1996