koning aldaar hadden georganiseerd. 10) Met andere woorden: 'ik heb lek
ker gegeten en goed geslapen, en hier heb je een lintje'. Dat werpt een iets
ander licht op de zaak, maar laat de mogelijkheid van Janssens betrokken
heid bij de telegraafaanleg in Siam onverlet.
In 1870 vroeg, en in 1873 kreeg, Hendrik toestemming van de gouver
neur-generaal van Nederlands-Indië om zich voortaan Janssen van Raay te
noemen. Waarom hij daartoe verzocht is een aardig verhaal: volgens
familieoverlevering woonde er in die tijd te Semarang nog een andere per
soon met de naam Janssen. Deze leefde op grotere voet dan hij zich kon
veroorloven en kreeg dientengevolge wel eens een ontstemde crediteur of
deurwaarder op bezoek. Aangezien onze Hendrik Leonard Janssen de lo
kaal meest bekende Janssen was, zag hij die schuldeisers stelselmatig bij
hém in de voorgalerij staan. Dat zinde hem niet: het was slecht voor zijn
naam en dus liet hij die naam uitbreiden met die van zijn moeder. Geen last
meer van ongewenste bezoeken van pecuniaire aard, een eerbetoon aan
zijn moeder, en op de koop toe een chique achternaam. Hier zij opgemerkt
dat het aantal verdubbelingen van achternamen in Nederlands-Indië des
tijds bijzonder hoog was. Hendrik deed dus niet iets opzienbarends. n>
Samenvoeging van post en telegraaf in Indië
Een voor Nederlands-Indië belangrijke verrichting van Janssen van Raay
was de samenvoeging van de post en de telegraaf in de archipel. Deze twee
zelfstandige diensten werden in 1873-1875 verenigd volgens zijn scenario,
waarna hij in maart 1875 werd benoemd tot 'hoofdinspecteur, chef van de
post- en telegraafdienst in Nederlandsch-Indië'. De directeur Burgerlijke
Openbare Werken (bow) van Nederlands-Indië, onder wiens verantwoor
delijkheid deze dienst viel, schreef in februari 1877 over de samenvoeging:
'Vele waren de moeijelijkheden waarmede hij had te kampen, vele
waren de bezwaren welke hij uit den weg had te ruimen. Aan het
hoofd der vereenigde diensten geplaatst rustte op hem de taak de
tot dus ver gescheidene administratien tot ééne zamen te voegen. Met
onverdroten ijver heeft hij die taak aanvaard en volbragt, de omslagtige
postadministratie vereenvoudigd en vele verbeteringen in dien tak van
dienst gebragt. Onder de laatste hoef ik slechts te wijzen op de belang
rijke uitbreiding van het postverkeer op Java, niet alleen zonder
vermeerdering van uitgaven, maar zelfs met eene besparing van 700=
's maands. Ik durf dan ook te verzekeren dat de hoofd inspecteur
gedurende de twee jaren dat hij zijne tegenwoordige betrekking
bekleedt, veel en goed heeft gewerkt.'
P.M. KERNKAMP