De gouverneur-generaal voegde daar aan toe:
'De directeur der Burgerlijke Openbare Werken heeft van de diensten
en verdiensten van den heer Janssen van Raaij niet te veel gezegd. Die
ambtenaar heeft toch met glans de groote moeijelijkheden overwon
nen, waarmede de vereeniging van post- en telegraafdiensten nood
wendig moest gepaard gaan. Zamensmelting van twee kaders ambtena
ren móest, wanneer zij niet geheel ten nadele van het eene strekte, bij
beiden ontevredenen maken. Het heeft daaraan dan ook niet ontbro
ken en de pers heeft zich bereidwillig geleend tot het publiek maken
van ontelbare aanvallen, als waaraan weinigen hebben bloot gestaan.
Ofschoon hij dus niet de medewerking ondervond, waarop hij aan
spraak kon maken, ging de heer Janssen van Raaij bedaard zijn weg
met het gevolg, dat de vereeniging - vroeger door de meesten voor
onmogelijk verklaard in de praktijk tot geene moeijelijkheden
aanleiding gaf en zoowel post- als telegraafdienst aanmerkelijk werd
uitgebreid 12)
En vervolgens schreef de minister van koloniën aan koning Willem m:
ik ben het met den gouverneur generaal eens, dat de diensten van
den heer Janssen van Raay wel voor eene bijzondere belooning mogen
worden in aanmerking gebragt. Aan hem is het toch te danken, dat de
zamensmelting der post- en telegraafdiensten in Nederlandsch-Indië
op de meest bevredigende wijze is tot stand gekomen. Men had hier te
doen met een zeer belangrijke maatregel, die ten doel had om aan de
posterij zoowel als aan de telegrafie een aanzienlijke uitbreiding te
geven en tegelijk de inkomens vooral van het mindere personeel bij die
diensttakken te verbeteren, zonder te groote lasten op 's lands schat
kist te leggen. Maar even belangrijk als de maatregel was, even moeilijk
was hij uit te voeren, en vooral werd zeer veel gevorderd van den man,
die bestemd was om aan het hoofd der vereenigde diensten te staan.
De heer Janssen van Raay heeft de zaak geleid op eene wijze, die
werkelijk den meesten lof waardig is en ik vind dan ook gereede
aanleiding om hem voor eene onderscheiding bij Uwe Majesteit in
aanmerking te brengen.'13)
Op 22 augustus 1877 werd Hendrik Leonard Janssen van Raay benoemd tot
ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Haerlem Jaarboek 1996