ijzerconstructies, betegelde lambrizeringen en dergelijke maken dit tot het
unieke schoolgebouw dat het is. En de herinnering aan het bouwwerk zou
het allerbeste gediend zijn als naast de school ook de hiermee onlosmake
lijk verbonden gymnastiekzaal en conciërgewoning bewaard blijven. Met
de nodige goede wil moet het toch mogelijk zijn om een passende her
bestemming te vinden voor deze artefacten, die zo'n vanzelfsprekende
overgang vormen tussen het omvangrijke schoolgebouw en de kleinscha
lige binnenstad.
-102- Noten
1. W.A. de Wagt, vm. Lourens Jansz. Costerlyceum hbs-b met vijfjarige cursus,
Onderzoek en advies in opdracht van sector gemeentewerken, afd. bma mb,
ten behoeve van de gemeentelijke monumentencommissie, Heemstede, juni
1996 (bewaard in het archief van Bureau Monumentenbeleid, Gemeente
Haarlem).
2. Gemeente Haarlem, afd. R.O, Bouwplanarchief, dossiers 7459 (schoolgebouw)
en 25142 (bewaarderswoning).
3. De Wagt, vm. Lourens fansz. Costerlyceum.
4. De bouw van de HBS-a wordt door L.C. Dumont kort toegelicht in het artikel:
'Gemeentelijk schoolgebouw te Haarlem', De Bouwwereld 7,14de jg. (1915) 53
e.v. Ofschoon de HBS-a reeds in 1914 klaar is wordt het pas het daaropvolgende
jaar gebruikt waarvoor het bedoeld is. Het uitbreken van de Eerste Wereldoor
log gooit namelijk roet in het eten; in de school worden eerst troepen gelegerd
en later vinden er Belgische vluchtelingen onderdak. Als de HBS-a en de
Handelschool in 1915 er eenmaal hun intrek in hebben genomen wordt
bovendien de zolderverdieping ingericht ten behoeve van de Burger-Avond
school.
5. De Wagt, vm. Lourens jansz. Costerlyceum.
6. Dumont, 'Gemeentelijk schoolgebouw'.
7. De Wagt, vm. Lourens fansz. Costerlyceum.
8. De toekenning van de prijs was aanleiding om de HBS-b af te beelden in De
Bouwwereld 51, 6de jg. (1907), 'Haarlem. H.B.S. met 5-jarigen cursus. Arch. L.C.
Dumont. B.I. Directeur van Gemeentewerken. Iste prijs in den 4den Gevel
wedstrijd', 405.
9. P.A. Scheen, Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950, (Den Haag 1970)
(deel 1).
10. Een overzicht van de werkzaamheden van Dumont in Haarlem geeft H.
Spijkerman, in: 'De stedebouwkundige activiteiten van ir. L.C. Dumont (1865-
1935), eerste directeur van Openbare Werken te Haarlem 1902-1930', Jaarboek
Haerlem 1992,152-188.
11. Voor een kort overzicht van de activiteiten van Leijh en de betekenis van de
wisselende functieaanduiding van de Haarlemse stadsarchitecten, zie mijn
boekje Timmermeester, Opzichter of Architect?, uitgegeven door het Bureau
Haerlem Jaarboek 1997