met zijn broer, die een klas hoger zat. En die informeerde eens bij de heer Hulshoff, hoe dat zat met dat cijfer. Had zijn broer niet alleen maar tienen voor zijn proefwerken gehaald en verder louter een stelletje van die befaamde zes-plussen? [Bij schriftelijk kreeg je met nul fout een zes-plus.] En toen had je de poppen aan het dansen. De heer Hulshoff was woedend, verdrietig en verbijsterd dat hem zoiets werd aangedaan. Hij meende waarschijnlijk dat er aan zijn eerlijkheid werd getwijfeld, hetgeen allerminst het geval was. Hij moet er slecht van geslapen hebben, want de volgende dag 116— werd het geval bij ons in de klas nog eens omstandig uit de doeken gedaan. Wij kregen daarbij herhaaldelijk te horen, dat het hem erg tegenviel van Charley. Die oudere broer heette namelijk Karei. En nu moesten wij, klasgenoten, maar eens zeggen, hoe wij er over dachten. Hij zou niet kwaad worden, echt niet, we moesten het eerlijk zeggen. We hielden allen wijselijk de mond, we vertrouwden het zaakje niet. Allen, op één na, Henk de Ronde. Hij was het met de broers eens, zei hij eerlijk. En toen ontstak de heer Hulshoff in een niet te beschrijven woede. Wij waren daar al bang voor geweest.' Ook het volgende voorval komt van Wieb Dorsman. 'Op zekere dag, het moet op 12 december 1936 zijn geweest, troffen wij de heer Hulshoff in de klas, zittend met een in een geruite pantoffel gestoken voet op een bankje. Hij had, zo vertelde hij, de vorige avond thuis eventjes zijn voeten op de kachelrand zitten warmen, toen hij het bericht vernam (uit de krant of door de radio, dat weet ik niet meer) van de troonsafstand van Koning Edward, die aan Mrs. Simpson de voorkeur boven de troon bleek te hebben gegeven. En dat bericht had hem dusdanig ontroerd, dat hij verzuimd had zijn voeten tijdig van de kachel te halen'. Verder kon Hulshoff prachtig vertellen, Wieb Dorsman: 'Ik zie hem nog het verhaal van Macbeth vertellen, de handen wringend en smartelijk de woorden "blood on my hands" uitsprekend.' Hulshoff was goed in sterke verhalen. Zo trachtte hij Wieb Dorsman en zijn medeleerlingen wijs te maken dat hij als arme Friese boerenjongen in de Frans-Duitse oorlog van 1870 had gewerkt in een Duitse veldkeuken en Franse aanvallen verijdelde door brandende Friese turven uit zijn keuken naar de overvallers te slingeren. Hij vertelde het zo dat de leerlingen het bijna geloofden. 'Bijna, want al was de heer Hulshoff naar onze inzichten Haerlem Jaarboek 1997

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1997 | | pagina 116