heid te ontlopen ging ik elke middag na schooltijd naar het Sport-
fondsenbad, dat evenals de hbs voor mij een tweede thuis werd.'
Ondertussen had zijn broer Rob het best gezellig in zijn kosthuis, waar di
verse andere HBS'ers in de kost waren: 'Daar trof ik o.a. Hans (overleden)
en Frank Appelman, Piet van Kampen, Rudi Welter (in Oost-Java gesneu
veld tegen de Jappen), Jan Boer, toen al bezig met het ontwerpen van delta-
wing vliegtuigen.'
Na schooltijd dronken de jongens thee in de kleine achterkamer, lazen
-126- De Telegraaf, en draaiden plaatjes van Duke Ellington, Count Basie, Cole
man Hawkins etc. Door de Duitse bezetting konden Ate en Rob geen geld
meer uit Indië ontvangen. Rob moest naar Wassenaar om in Leiden de hbs
af te maken, Ate moest zijn kamer opzeggen, kon een tijdje bij HBS-vrien-
den wonen en ging na zijn eindexamen naar de th in Delft.
Het kon ook anders. Fred Kreuger herinnert zich de situatie waarin zijn
beste vriend Gé Blom kwam, die kort voordat de oorlog in Nederland uit
brak was aangekomen. Briefcontact met zijn ouders was aanvankelijk nog
wel mogelijk, later niet meer. Toen kwam er ook geen geld meer. De pleeg
vader van Gé heeft toen ondersteuning bij de gemeente aangevraagd.
De reis naar Nederlands Indië was lang. Kinderen van gouvernements
ambtenaren konden, aldus Frank Appelman, goedkoop, namelijk voor 100
gulden retour, met de boot. Maar die reis duurde veel langer dan de jongens
vakantie hadden, zodat ze langer weg mochten blijven. Met bijbetaling kon
er echter ook gevlogen worden.
Dit deed Jan Holterman ten Hove, net van de lagere school en vlak voor
dat hij als eersteklasser de hbs zou bezoeken. Hij en zijn broer hadden een
deel van de lagere school in Haarlem doorlopen en woonden bij pleeg
ouders. Kort voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak, gingen ze hun ouders
in Indië bezoeken.
'De vliegtocht per klm naar Indonesië duurde zeven dagen, we vlogen
in een Douglas DC-3, 'De Valk', die bestuurd werd door de zeer
bekende piloten Geysendorfer en Smirnov. We hadden een machtig
mooie trip en genoten van onze vakantie.
Op de terugweg was het een heel andere zaak!
Het vliegtuig verongelukte in Rangoon. Tropische regens zorgden voor
een volkomen onder water staand vliegveld. Na enkele pogingen werd
er toch geland vanwege een tekort aan benzine om ergens anders te
landen. De remmen hadden geen effect in de modder van de gras
landingsbanen en een poging om weer op te stijgen lukte niet, aange
zien de wielen in de modder werden vastgezogen. Aan het eind van het
Haerlem Jaarboek 1997