ningen tekende het Bloemendaalse architectenbureau J. Mulder en J.A. van Asdonk. Deze architecten lieten zich daarbij inspireren door de Tuinstad beweging, die in die tijd in Nederland zijn invloed deed gelden. Tuindorp in Overveen (onder de gemeente Bloemendaal) was één van de eerste voor beelden in de geschiedenis van de Nederlandse volkshuisvesting waarbij arbeiderswoningen werden gebouwd in tuindorpen, of 'tuinwijken', die waren ontworpen als onderdeel van de gemeentelijke uitbreidingsplannen. Als oudste 'tuinwijk' in Zuid-Kennemerland is zij van bijzondere betekenis. Nadien zou in Haarlem en Heemstede nog een aantal complexen verrijzen -140- die invloeden van deze architectuurstroming hebben ondergaan. Zeer opvallend is de omvang van dit eerste volkswoningen-project. Voor het eerst werd in de gemeente Bloemendaal op grote schaal volkswoning bouw gepleegd. En dat was eigenlijk iets dat het Bloemendaalse gemeente bestuur tot die tijd altijd had getracht te verhinderen. Het beleid was met name gericht op het behouden van het landelijk karakter van de gemeente. Bloemendaal diende in die opvatting als een villadorp te worden ingericht. De bouw van goede en betaalbare volkswoningen paste niet in dat profiel. Vele Bloemendaalse arbeiders moesten daarom een woning zoeken in Haarlem of de naburige gemeente Schoten (sinds de annexatie van 1927 Haarlem-Noord), dat daarom ook wel het 'arbeiderskwartier van Bloemen daal' werd genoemd. Eerste bouwactiviteiten: de bouw van villaparken In de negentiende eeuw hadden de dorpen Bloemendaal, Overveen en Vogelenzang een landelijk aanzien. Het beeld van de gemeente Bloemen daal werd bepaald door een aanzienlijk aantal buitenplaatsen. Slechts in Overveen was enigszins sprake van een dorpskern. Door de komst van trein- en tramverbindingen veranderde echter de gemeente Bloemendaal van een landelijke gemeente in een aantrekkelijke woongemeente.1:1 Inge zetenen uit Amsterdam, de Zaanstreek en Haarlem vestigden zich als forens in de gemeente Bloemendaal of gingen er rentenieren. Zo werd de gemeente een villadorp. In de beginperiode van de villabouw werd de rol van de gemeente Bloemendaal ernstig belemmerd door de machtige positie van de groot grondbezitters, die meer in termen van eigen belang dachten dan in die van een evenwichtige gemeentepolitiek. Dit had echter een positieve invloed op de exploitatiemaatschappijen die het stratenpatroon ontwierpen, de wegen aanlegden en de villa's bouwden. Zo onderhandelde 'De Binnenlandsche Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen', kortweg de 'Binnenlandsche' genaamd, met eigenaren van buitenplaatsen die hun bezit Haerlem Jaarboek 1997

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1997 | | pagina 140