plaats. Toen de industrialisatie een grotere omvang kreeg, nam de migratie
van welgestelden toe.
In Haarlem werden aanvankelijk de eerste villaparken aan de rand van
de stad, deels op de plaats van de gesloopte bolwerken, ontwikkeld. 10>
Omdat veel gegoede burgers zich in de negentiende eeuw geen tweede huis
buiten de stad konden veroorloven, bood een aan de rand van de stad gele
gen villapark uitkomst. Overal verspreid in het groen staande villa's moes
ten de illusie verschaffen van het wonen in de vrije natuur. In 1862 werd
door de Haarlemse tuinarchitect J.D. Zocher jr. in Haarlem het Frederiks-
park ontworpen, waarvoor de eerste schetsontwerpen reeds dertig jaar eer
der waren gemaakt. Daarmee was dit Haarlemse park het eerste geplande
villapark in Nederland. u>
Even later verlieten de rijken de stad om zich te vestigen in de nieuw
ontworpen villaparken in de natuurrijke plattelandsgemeente Bloemen-
daal. Hier werd in 1882 op het terrein van de voormalige buitenplaats De
Rijp het eerste villapark, het 'Bloemendaalsche Park', gebouwd. Andere be
kende oude buitenplaatsen als 'Duin en Daal' (de drie Duin- en Daalsewe-
gen met verbindingen) en 'Hartenlust' (Vijverweg, Hartenlustlaan, de beide
stationswegen en later een gedeelte van het Kinheimpark) volgden. Maar
ook 'Kweekduin' in Overveen en terreinen ten oosten van de Bloemendaal-
seweg werden verkaveld. Zo werd een politiek gevoerd om door aankoop
van buitenplaatsen of delen daarvan Bloemendaal te ontwikkelen tot een
gemeente van parken, plantsoenen en villa's voor welgestelde ingezetenen.
Het gemeentebestuur weerde bijna elke vorm van industrie. Slechts Over
veen bleef een dorp met een relatief omvangrijke arbeidersbevolking, die
werk op de buitenplaatsen en tuinderijen vond.
De nadruk van de ontwikkeling van Bloemendaal tot een villa-gemeente
lag in de periode 1895-1914.12) Tijdens het uitbreken van de Eerste Wereld
oorlog was 'een slaperige, agrarische plattelandsgemeenschap veran
derd in een snelgroeiende suburbane gemeente met een zeer kapitaal
krachtige bevolking'.13)
Volkshuisvesting voor 1915
Tot 1915 werden slechts van particuliere zijde zo nu en dan woningen ge
bouwd, zoals in 1895 het Hofje van Stoel, bestaande uit een rij van tien
kleine arbeiderswoningen. 14) En in 1905 bouwde woningbouwvereniging
Christelijk Nationale Werkmansbond 18 woningen aan de Boslaan in
Bloemendaal-dorp. 151 De woningnood moest van zeer urgente aard zijn
wilde hij de aandacht van het Bloemendaalse gemeentebestuur krijgen.
Men besefte echter wel degelijk dat de huisvesting van de werkende klasse
HENRI SPIJKERMAN