(te) eenzijdige bevolkingssamenstelling niet geheel zelfstandig functioneren. Voor literatuur over de Tuinstadbeweging en de toepassing in Nederlandse tuindorpen, zie: G. Feenstra, Tuinsteden en volkshuisvesting in Nederland en buitenland (Amsterdam 1920); L.A. de Klerk, Op zoek naar de ideale stad (Deventer 1980); Ebenezer Howard, Garden Cities of To-morrow (Ed. F.J. Osborn; London 1974); De droom van Howard: verleden en toekomst van de tuindorpen (onder red. van R. Schreinders; Rijswijk 1991); W. Bruin, Ebenezer Howard: de tuinsteden van morgen (inaugurele rede; Wageningen 1947); R. Beevers, The garden city utopia: a critical biography of Ebenzer Howard (London 1988); A.R. Sennett, Garden cities in theory and practice (London 1905); M. Kuipers, Bouwen in beton: experimenten in de volkshuisvesting voor I94° ('s-Gravenhage 1987); J. Buch, Een eeuw Nederlandse architectuur 1880-iggo (Rotterdam 1993). 63. Gemeente Bloemendaal, Oud-archief, Bloemendaals Stelsel, doos 49, zie het bouwplan zoals verwoord in het bestek en voorwaarden van november 1917. 64. Zie: H. Spijkerman, 'De bouwgeschiedenis van de Patrimoniumbuurt', Jaarboek Haerlem 1994,154-189. 65. De Huurcommissie moest er op toezien dat er geen misbruik werd gemaakt van de bepalingen die in de Huuropzeggingswet waren opgemaakt. Een complete serie notulenboeken is opgenomen in het Archief van de Huur commissie (1917—1924), zie inv.nrs. 921-924. De notulenboeken geven een overzicht van de activiteiten die aan de Huurcommissie waren opgedragen. De Huurcommissie was overigens gesplitst in een tweetal kamers. Een kamer a voor huuropzeggingen en een kamer b voor de huurverlengingen, verhogingen en schattingen. 66. Gemeente Bloemendaal, Oud-archief, Bloemendaals Stelsel, doos 49, dossier volkshuisvesting 4 december 1915 - 1 augustus 1918. 67. De bouw van Tuindorp vormde het begin van de huidige Haarlemse wijk het Ramplaankwartier. Omdat de aansluitende en latere bebouwing uit middenstandswoningen bestond bleef Tuindorp een kleine stedenbouwkundige eenheid binnen het Ramplaankwartier. Het zou overigens tot 1937 duren voordat een directe verbinding - de huidige Vlaamseweg - de buurt met de rest van Haarlem zou verbinden. 'Het is een dorpje naast de stad gebleven. Eigenlijk hoort de wijk nergens bij. Noch bij Haarlem, noch bij Bloemendaal. Een soort aanhangsel, een stel huizen op de grens van twee gemeenten', aldus een krantenartikel over het Ramplaankwartier. Voor het Ramplaankwartier en Tuindorp, zie: Architectuurgids Haarlem, onder redactie van P. Roos, B. Uittenhout en W. de Wagt (Haarlem 1992) 30; W. de Wagt, krantenartikel in het Haarlems Dagblad van do. 5 mei 1990, 'Oudhollands 'Tuindorp' wordt schrale nieuwbouwwijk. Architectuurliefhebbers, haast jullie!' (over de ingrijpende renovatie); Het Ramplaankwartier. Wijk tussen Stad en Duin, Uitgave van de Stichting Ramplaankwartier, (Haarlem 1995), zie voor passages over Tuindorp 51-61 en voor een recensie het Haarlems Dagblad van di. 2 januari 1996, p. u, 'Het is een dorpje naast de stad gebleven'; zie voorts voor zeer summiere informatie Haerlem Jaarboek 1997

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1997 | | pagina 170