fende de binnenstad en de Nieuwstad, welke gebieden beide onderdeel uit maken van het Beschermde Stadsgezicht van Haarlem. Ook werd de commissie betrokken bij de ontwikkelingen rondom de gebouwen van het voormalige Energiebedrijf in de Waarderpolder. Daar toe werd opdracht verstrekt tot het opstellen van een rapport over de ontstaans- en gebruiksgeschiedenis van het gebouwencomplex. De voorstellen tot bescherming van enkele objecten zijn opgenomen in de indicatieve lijst van gemeentelijke monumenten. De commissie werd in een vroeg stadium geïnformeerd over de op han den zijnde ontwikkelingen in het Raaksgebied en werd naar een standpunt gevraagd aangaande het behoud van het schoolgebouw van het voormalige Laurens Janszoon Costercollege aan de Oude Zijlvest. De commissie sprak zich uit voor in ieder geval behoud van het hoofdgebouw. Al eerder had de commissie geadviseerd het voormalige Frans Halscollege, de 'wijnkerk' en de gereformeerde kerk in dit gebied niet voor bescherming in aanmerking te doen komen. Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat die gebouwen voor de sloop bestemd zijn. Iets dat niet beschermenswaardig wordt geacht door middel van plaatsing op een of andere monumentenlijst hoeft niet per defi nitie als slooprijp te worden aangemerkt. Het omgaan met bestaande be bouwing (monumentenstatus of niet) vergt creativiteit. Voorts werden, in zowel de kleine als de grote monumentencommissie, vele restauratie-, herstel- en wijzigingsplannen besproken en van advies voorzien. Grotere plannen betroffen het masterplan van de Nederlandse Spoorwegen voor het stationsgebouw, het herstel van de H. Hartkerk ten behoeve van studentenhuisvesting, het informatiecentrum in het stadhuis (zie elders in dit jaarverslag), het herstel en de reconstructie van de kap van het Stedelijk Gymnasium en de eerste schetsplannen voor het voormalige Huis van Schaghen in de Koningstraat. Samen met de Haarlemse Schoon heidscommissie werd een bezoek gebracht aan de stad Tilburg waar met name de nieuwe invullingen in de bestaande stad werden bezocht en bediscussieerd. De monumentencommissie uit Zutphen bracht een bezoek aan Haarlem. Dat monumenten niet het eeuwige leven hebben is een triest maar zeker gegeven. Het betonnen koepeltje achter het Huis met de Beelden aan de Wagenweg is in de loop der tijd zo ernstig in verval geraakt dat behoud en herstel niet langer meer reëel zijn. De staat van deze tuinfolly uit het begin van deze eeuw werd vergeleken met een zwaar vermolmd eiken thee meubel uit grootmoeders tijd. Zolang het ongemoeid blijft is er niets aan de hand. Eén stootje en het zaakje valt tot een hoopje poeder in elkaar. Her stel zou niets anders meer inhouden dan nieuw maken. Daarmee is dan wel het model behouden maar is het oorspronkelijk gegeven weg. En juist dat DRS. BART UITTENHOUT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1997 | | pagina 175