geluid, is niet bekend. Men mag er evenwel van uitgaan, dat het positief is
uitgevallen, want anders is het nauwelijks te verklaren dat de Leidse hoog
leraar aan het einde van het jaar, samen met Scriverius, als lofdichter ver
schijnt in het voorwerk van Van Wassenaers Harlemias. Van Heinsius'
hand is een kort gedicht van tien hendecasyllabi phalaecei,53) terwijl Scri
verius zijn lier uitbundig laat ruisen in een lang gedicht van 52 elegische
disticha.54) Met de kennis, die wij nu hebben, bestaat er alle reden om te
veronderstellen dat zij beiden door Schrevelius 55) met Van Wassenaer in
contact zijn gebracht en dat hun gedichten het resultaat zijn van de uitnodi
ging van laatstgenoemde om een lofdicht te schrijven op zijn epos over het
beleg van Haarlem.
Alle voorradige gegevens duiden er dus op dat Scriverius inderdaad
Schrevelius' verzoek heeft ingewilligd en Heinsius de Griekse tekst ter be
oordeling heeft voorgelegd. Omdat Van Wassenaers Griekse xenion kenne-
Daniel Heinsius. (collectie auteur)
HANS VAN DE VENNE