perken zich voornamelijk tot interne modernisering van de vertrekken. Zo
wordt de tussenkamer aangepast aan de stijl van de voorkamer. Onder de
moer- en kinderbintenbalklaag wordt een frame van houten delen ge
maakt. Het plafond wordt zo verdeeld in drie vakken. In het middenvak
een rond middengedeelte met noord en zuid een rechthoekig vak. Aan
weerszijden van het middenvak komen twee rechthoekige vakken. De vel
den worden voorzien van een bespanning van jute en het geheel wordt wit
geschilderd. De wanden worden eveneens voorzien van een bespanning.
Een losse kachel wordt in de ruimte geplaatst. Op de bespanning in de
-200- voorkamer op de verdieping wordt diverse malen behangpapier aange
bracht, waar onder één met een motief van bloemen en bladeren.
In 1903 verkoopt ritmeester Cornelis Druyvesteyn het pand aan het Bis
dom Haarlem, waardoor nummer 106 en 108 wederom in één eigendom
zijn gekomen. Tot 1924 is het R.K. Sint Joseph-gesticht in de panden gehuis
vest. Van 1940 tot 1995 woont en werkt de schilder-kunstenaar Kees
Verwey in het pand.
In de periode 1940/45 is door architect dr. ir. G.A.C. Blok een verbou
wingsplan opgesteld. Vermoedelijk vanwege de oorlogsomstandigheden is
dit plan maar zeer ten dele uitgevoerd. Feitelijk is slechts de top van de
voorgevel vanwege de slechte technische toestand vernieuwd. Het is aan
nemelijk dat er een exacte kopie is gemaakt. Het kruisvenster in de vierde
bouwlaag is daarbij vervangen door een kopie, die slechts een magere af
spiegeling lijkt van de oorspronkelijke situatie.
De nu uitgevoerde restauratie betrof voornamelijk herstel van techni
sche gebreken. Verder is het comfort aangepast aan de huidige eisen, waar
door de indeling minimaal moest worden aangepast. De technische instal
latie is vernieuwd en uitgebreid met onder andere een zonneboiler en het
pand is van thermische isolatie voorzien. De afwerking is bescheiden ge
houden met inwendig een kleurenpalet op basis van groen. De voorkamer
op de verdieping is voorzien van een in stijl aangepast behang.
staten bolwerk 3 (rijksmonument, herstel voegwerk)
Het was een teleurstelling te constateren dat het oorspronkelijke knipvoeg-
werk van alle gevels was vervangen door platvol voegwerk. Met de eigenaar
van het halfvrijstaande perceel werd overlegd hoe de ontstane schade aan
de gevels, door het te grof uithakken van de stoot- en lintvoegen, zo goed
mogelijk kon worden hersteld. De werkzaamheden waren uitgevoerd zon
der vooroverleg met het bureau en dus strijdig in het kader van artikel n
van de Monumentenwet 1988 (wijzigen aan het monument zonder de daar
toe benodigde vergunning). Uitgangspunt was het terugbrengen van de
Haerlem Jaarboek 1997