een beleg in de wurggreep namen. Van vele helden vlood in de
krijgsmêlee de ziel met duidelijke tegenzin naar het schimmenrijk
van de dood in de Orcus.83) Geen dag zal ooit een zo glorievolle
luister uit de herinnering van het nageslacht wissen.
35 Gegroet, stad hoog gelegen op de strandwallen, roemruchte stad,
rijk aan zand. Gegroet, hemelse stad, blijf voor mij dit gebenedijd
oord tot in eeuwigheid. Gegroet ook u, in harmonie levende men
sen, rechtvaardig en wijs. Gegroet, Piërische 841 mannen en trouwe
makkers, Schonaeus, 85> Schrevelius, 86> Arnoldus, 87> o vurige adep
ten der Muzen!
40 Welaan dan, medeburgers, legt het verdere traject van uw levens
weg af in pais en vree, nu de kringloop van het voortsnellende jaar
rond is. En Gij, scepterdrager, neem hen onder de schutse van uw
onvergankelijk schild en geef de juiste richting aan de toom van
Uw heerschappij, goedertieren God. Geef de inwoners wijsheid en
een gezonde geest in een gezond lichaam
45 die over de blauwe baren van de zee in den vreemde naar landen
op zoek gaan want voor hen bestaat er niets aangenamers dan
de lokstem van Amphitrite 88> - dat hun, ondanks hun godvruch
tigheid, ten gevolge van een onheilspellend lot geen onheil over
komt. O moge het mij vergund zijn om zo lang mogelijk in hun
midden te leven, als volgeling van de Muzen, en om de verlangens
van Phoebus 89) te verkondigen.
Zo heb ik, T(heodorus) Schrevelius, ziek terneerliggend, het origi
neel weergegeven, in dezelfde versmaat, maar niet met gelijke
zeggingskracht.'
Slot
Het niet te versmaden bedrag van 18 pond,90) waarmee de bestuurders van
Haarlem de nieuwjaarswens van hun schoolmeester honoreerden, laat er
geen twijfel over bestaan dat zij met welgevallen hun ogen over deze 'tot
loff ende bescryvinge' van de stad gemaakte Griekse verzen hebben laten
gaan; indien zij tenminste de Griekse taal machtig waren. En mocht dat
laatste niet het geval zijn geweest, dan kan men er verzekerd van zijn dat zij
niet eerder hebben gerust, voordat zij precies wisten wat de inhoud van het
hun aangeboden carmen was.
Of er na Van Wassenaer nog meer schoolmeesters in Haarlem zijn opge
staan die in het Grieks de lof van de Spaarnestad hebben gezongen, en voor
die geste door het stadsbestuur beloond zijn, is mij niet bekend. Indien het
zo is, is Van Wassenaer ongetwijfeld de trendsetter geweest, maar ik acht
de kans daarop niet erg groot.
Haerlem Jaarboek 1997