zoon Johannes, die op 3 oktober 1603 in Haarlem zou zijn gedoopt (Van
Lennep, 'Het Friesch-Amsterdamsche predikantengeslacht', kol. 245;
Kannegieter (1964), 'Dr. Nicolaes Jansz. van Wassenaer', 97), heb ik in de
Haarlemse doopboeken niet aangetroffen (zie ook Kannegieter (1964),
'Dr. Nicolaes Jansz. van Wassenaer', 97 noot 2).
25. Bij Kannegieter (1967), 'Dr. Nicolaes Jansz. van Wassenaer', 150, wordt gezegd
dat de Haarlemse thesauriersrekeningen van 1606 en 1607 de 100 pond, die Van
Wassenaer als schrijfmeester genoot, in verband brengen met zijn werkzaam
heid in de Kleine Latijnse School. Dit is echter onjuist. Van Wassenaer was in
mei 1604 mr. Thomas Pietersz. als schrijfmeester opgevolgd en deze Thomas
Pietersz. was op 18 november 1602 door de burgemeesters van Haarlem
aangenomen 'tot scryfmeester Inden grooten Latynschen schole' (Haarlem,
avk, sah, kast 10-3 (burgemeestersresoluties 1589-1603), fol. 271"; cursivering
van mij).
26. Voor een biografische schets van de 'franchoise' schoolmeester mr. Thomas
Pieterszoon, als schrijfmeester in de Grote Latijnse School voorganger èn
opvolger van mr. Nicolaes van Wassenaer,verwijs ik naar de bijlage over de
meesters der Kleine en Grote Latijnse School te Haarlem in mijn biografie van
Cornelius Schonaeus Goudanus (nog te verschijnen).
27. Haarlem, avk, sah, kast 19-185 (thesauriersrekening 1605), fol. 36'-'.
28. Daniël van Breen, de zoon van Gillis van Breen (vermoedelijk de graveur),
woonde vanaf 1 mei 1606 gedurende een half jaar op stadskosten bij Nicolaes
van Wassenaer in huis; Haarlem, avk, sah, kast 10-4 (burgemeestersresoluties
1604-1613), fol. 55" (resolutie van 24 mei 1606); kast 32-n (Rekeningen der
geestelijke goederen 1606), fol. ii8v-i9'. Cf. Kannegieter (1967), 'Dr. Nicolaes
Jansz. van Wassenaer', 151; Joke Spaans, Haarlem na de Reformatie: Stedelijke
cultuur en kerkelijk leven, 1577-1620, Hollandse Historische Reeks, 11
('s-Gravenhage 1989) 291.
29. Van Wassenaers officiële titel was die van 'lector quintanorum' maar hoogst
waarschijnlijk heeft hij, zoals nog zal blijken, misschien reeds meteen bij zijn
indiensttreding in Haarlem, de vierde klas onder zijn hoede genomen.
30. Haarlem, avk, sah, kast 19-188 (thesauriersrekening 1608), fol. 30". Zie ook
kast 10-4 (burgemeestersresoluties 1604-1613), fol. 69'.
31. Haarlem, avk, dtb Haarlem, inv. 48 (trouwboek 1605-1614 en attestatiën
1605-1614), p. 283. Van Wassenaer woonde toen overigens niet meer in de
Zijlstraat, maar aan de Oude Gracht.
32. Naar Van Wassenaers handel en wandel na zijn vertrek uit Haarlem heb ik
geen onderzoek gedaan. Voor deze periode van zijn leven, die zich uitstrekt
van begin mei 1607 tot eind september 1629, verwijs ik naar Kannegieter (1964),
'Dr. Nicolaes Jansz. van Wassenaer'.
33. Voor Van Wassenaers bezigheden in Amsterdam, zie ook Hans Crum, 'De
relaties van de Pharsalia-vertaling van Hendrik Storm met de Amsterdamse
admiraliteit', Spektator, 9 (1979-80), 348-60.
34. De datum van 24 september 1629 vindt men bij Kannegieter (1964), 'Dr.
Nicolaes Jansz. van Wassenaer', 91 en 96 (zie daar ook noot 1); daarentegen
HANS VAN DE VENNE