geeft Van Lennep, 'Het Friesch-Amsterdamsche predikantengeslacht', kol. 245,
25 september 1629 als overlijdensdatum.
35- Van Lennep, 'Het Friesch-Amsterdamsche predikantengeslacht', kol. 245;
Kannegieter (1964), 'Dr. Nicolaes Jansz. van Wassenaer', 97 (en noot 6 aldaar).
36. Van Lennep, 'Het Friesch-Amsterdamsche predikantengeslacht', kol. 245;
Kannegieter (1964), 'Dr. Nicolaes Jansz. van Wassenaer', 97 (en noot 7 daar).
Omdat Nicolaes van Wassenaer en Griet Jacobsdr. zo kort na elkaar gestorven
zijn, bestaat er wellicht grond om te veronderstellen dat zij het slachtoffer
geworden zijn van de pest, die in 1629 in Amsterdam woedde (Kannegieter
(1964), 'Dr. Nicolaes Jansz. van Wassenaer, 97; Leo Noordegraaf en Gerrit
Valk, De Gave Gods: De pest in Holland vanaf de late middeleeuwen
(Bergen (nh) 1988), 230: Bijlage 2).
37- Van Wassenaer zelf doet het voorkomen, alsof hij voor de functie is gevraagd
(zie supra noot 17). Het is inderdaad niet onmogelijk dat Schrevelius de hand
in het spel heeft gehad, omdat deze hem, zoals verderop zal blijken, van hun
beider studietijd in Leiden, waar zij enkele jaren theologie studeerden, heeft
gekend.
38. Voor een biografische schets van Theodorus Schrevelius oftewel Dirck
Schrevel (1572-1653?) verwijs ik naar de bijlage over de meesters der Kleine en
Grote Latijnse School te Haarlem in mijn biografie van Cornelius Schonaeus
Goudanus (nog te verschijnen).
39- De veranderingen, die zich omstreeks mei 1603 of 1604 in de Grote Latijnse
School van Haarlem voltrokken hebben, waren de volgende: Schonaeus, de
rector, ging lesgeven in de vijfde klas; Schrevelius, de conrector, nam de
hoogste klas - de derde over van Schonaeus; Van Wassenaer nam waar
schijnlijk de vierde klas van oudsher de conrectorsklas over van
Schrevelius.
40. Voor de volledige titel van dit werk, zie supra noot 5. Voor een nieuwe, in 1930
verschenen, uitgave (met vele onjuistheden in zowel de transcriptie als de
vertaling), zie Harlemias: Het beleg der stad Haarlem in een Grieksch gedicht
verhaald, door Med. Dr. Nicolaas van Wassenaer Jzn., 1605. Op nieuw
uitgegeven, de Grieksche Tekst in den tegenwoordig gebruikelijken Griekschen
druk overgebracht en met Inleiding, Hollandsche vertaling en Toelichtingen
voorzien door Med. Dr. G.C. van Walsem (Haarlem) (Leiden 1930). Voor een
korte inhoudsopgave, zie Kannegieter (1964), 'Dr. Nicolaes Jansz. van
Wassenaer', 75-76.
41. De Latijnse 'translatio' ('overzetting, vertaling') in proza, die ook van Van
Wassenaers hand is, heeft één regel meer, omdat de auteur de regel die hij in
de Griekse tekst na vers 474 heeft opengelaten in het Latijn heeft opgevuld met
een vers uit Lucretius Lucr. 1,280, waar Van Wassenaer overigens
propinquant' als verseinde leest in plaats van 'propagant').
42. Op 11 december 1572 sloegen de Spaanse troepen het beleg voor Haarlem,
totdat de uitgehongerde stad zich op 13 juli 1573 op genade of ongenade aan
Don Frederik overgaf (zie b.v. J.J. Temminck, Haarlem door de eeuwen heen
(Haarlem/Antwerpen 1982) 40-44; Spaans, Haarlem na de Reformatie, 44-46;
Haerlem Jaarboek 1997