existentie van een 'Logemendt' en een weinig verder debiteert die
Westfalinger eikelhammetjes en Boulogner 'Souseise Wie we iets
willen raden, 't is den schoolonderwijzers, dat ze toch blind mogen zijn
voor de Haarlemer uithangborden, in gevalle lot of toeval hen naar de
Spaarne-stad heenvoert. Elk derzelve is een nagel aan hunne doodkist,
en onze dorpskinderkoning ware 't stellig vijftien maal van ergernis
bestorven, als hij ons op onze wandeling vergezeld had. Waar Prinsen
zijn kweekelingen met alle zorg opleidt tot het onderscheid maken
tusschen de regelen der enkele en dubbele e's en o's en de spelling met
en zonder dt; waar Van den Ende eens als inspecteur van t middel
baar- en lager-onderwijs en Wijnbeek, met 't zelfde ambt bekleed,
woonachtig zijn of waren; waar Bilderdijk een gedeelte van zijn
werkzaam leven aan de navorsching van taal en spelling doorbragt,
- in diezelfde stad pleegt men, om den anderen stap bijna, in hare
straten gedaan, een' manslag aan de regelen der orthographie.
Dat hare goede poorters daarenboven nog groote liefhebbers zijn van
noodelooze toevoegsels aan hunne gezegden (ook al een duchtig
bewijs, dat zij den tijd hebben), bleek ons insgelijks. Wij ontmoetten op
onze wandeling een kollekterenden diaken, voorafgegaan door een'
fiks-opgeschoten weesjongen, die hem vooruitliep en de komst des
inzamelaars meldde met de woorden; 'Roomsche armen! Schlierik met
de schaal!' Welke kracht of beteekenis dat 'Schlierik' nu had, bleef ons
eene verborgenheid, in weerwil van ons onderzoek bij een' Haarlemer-
zelv', die niet nalaten kon, met ons over dat toevoegsel te lagchen.
Onder deze opmerkingen stonden wij voor den vleeschhal, een oud
gebouw, thans eene bewaarplaats voor kleedingstukken van de in
Haarlem garnizoen houdende ruiterij. Ter zijde, doch meer naar
achteren, is 't raadhuis met het schavot; op dit laatste werden wij door
onzen cicerone met zekere ingenomenheid opmerkzaam gemaakt. Hij
herinnerde ons hierbij, dat oudtijds de scherpregter van Haarlem voor
't uitvoeren van een lijstraffelijk vonnis met eene stoop s wijn en een
paar handschoenen begiftigd werd. 'Teeken dit vooral aan in uwe
reisherinneringen, riep Oom ons toe, die ook, in weerwil van zijne
zachtaardige inborst, toch een hartstogtelijk liefhebber is van alles, wat
naar 't criminele zweemt. - Wat vooral in menigvuldigen getale binnen
en buiten Haarlem gevonden wordt, zijn de heilgdommen der stede
lijke accijnsen, droevige argumenten voor de zekerheid, dat de schat
kist eener stad in even slechten toestand verkeert, als die van t lieve
vaderland. De berigten aangaande Haarlem's welvaart luiden dan ook
alles behalve gunstig. Zoo vonden (om slechts iets te noemen) in 1839
in de drie groote fabrijken, die er na 1830 werden opgerigt, 1517 per-
NOP MAAS