In 1879 werd de Haarlemse vertegenwoordiging omgezet in een correspondentschap eerste klasse, waardoor de verwisseling tot de gang bare werkzaamheden ging behoren. Hiermee brak voor het correspondent schap een nieuw tijdperk aan. Correspondentschap eerste klasse 1879-1903 Met de verheffing tot correspondentschap eerste klasse kreeg de firma Westerkappel Hoofd van de Nederlandsche Bank de beschikking over een verwisselingskas ter waarde van f 20.000. Hiervoor eiste de Bank van de correspondent een zekerheid in de vorm van een persoonlijke of zake lijke borgstelling, maar ze bracht ook extra administratieve arbeid voor de correspondent mee. Hij was op grond van de Instructie voor den Corres pondent der Nederlandsche Bank ie klasse uit 1867 verplicht de hoogte van de verwisselingen te noteren, alsmede 'de namen der personen met wie die verwisselingen hebben plaats gehad, met vermelding der soort van bankbil jetten welke zijn ontvangen of uitgegeven'. Voorts moest de correspondent elke week een uittreksel van dit verwisselingsboek naar de kassier-generaal van de Bank zenden. Over de wijze waarop de verwisselingskas moest wor den bewaard, bevatte de Instructie geen bepalingen, maar wc mogen er vanuit gaan dat deze na sluitingstijd in de kluis werd opgeborgen. Het correspondentschap was, met uitzondering van zon- en feestdagen, het hele jaar geopend. De feitelijke openingstijden werden door de correspon dent in overleg met de kassier-generaal vastgesteld. Van de nieuwe verwisselingsfaciliteit werd ruimschoots gebruik gemaakt, zodat de kas spoedig te klein bleek. In 1883 verdubbelde de Ne derlandsche Bank op verzoek van de correspondent de verwisselingskas tot 40.000 en bereikte de omvang van de verwisselingen met bijna zes miljoen een nieuw hoogtepunt. n> Het correspondentschap was in die jaren nog altijd ondergebracht bij de firma Westerkappel Hoofd, waartoe in 1881 ook de latere correspondent Ed. de Lanoij was toegetreden. Twee jaar later nam De Lanoij daadwerke lijk de taak van correspondent op zich, alhoewel het correspondentschap formeel in handen bleef van de firma Westerkappel Hoofd. Op 27 okto ber 1883 zond De Lanoij de Bank stukken als borgstelling voor de verwisselingskas. Drie dagen later bevestigde vervolgens de heer Wester kappel de Bank de ontvangst van de stukken, die hij destijds aan de Bank als zekerheidstelling had afgegeven. De behoefte aan de verwisselingsfaciliteit bleek opmerkelijk groot en binnen enkele jaren was Haarlem voor verwisselingen uitgegroeid tot een van de belangrijkste correspondentschappen van de Bank. Dit is niet alleen Haerlem Jaarboek 1997

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1997 | | pagina 56