gelegerde onderdeel van de Infanterie. Overeenkomstig het voorstel van de correspondent verhoogde de Bank in november 1912 de verwisselingskas tot 70.000. De correspondent zorgde voor de door de Bank verlangde aan vullende zekerheidstelling door een verhoging van de bestaande hypotheek op zijn landerijen in de provincie Noord-Holland. In 1919 verdubbelde de Bank, wederom op verzoek van de correspondent, de verwisselingskas tot 140.000. In 1921, na een ruim veertigjarige werkzaamheid, trokken de gebroeders Fontein zich terug uit de firma Guépin Van der Vlugt, waarvan inmid- -64- dels mr. J.W. van der Vlugt en R. Fontein deel uitmaakten. Het bankbedrijf werd echter onder dezelfde naam voortgezet. De broers Fontein bleven als adviseurs aan de firma verbonden. Op voorstel van de uittredende corres pondent werd medefirmant Thöne per 1 september 1921 benoemd tot zijn opvolger. De in Haarlem geboren Jan Jacob Thöne (1885-1958) was sinds 1909 werkzaam bij de genoemde firma; vanaf 1 januari 1915 trad hij op als firmant en plaatsvervangend correspondent in de plaats van A.F. Droste. Gezien de goede ervaringen met de Fonteins maakte de Bank bij de benoe ming van Thöne een uitzondering op haar beleidsregel om geen personen uit kassiers- of bankierskringen meer als correspondent aan te stellen. 36> Thöne was in de Haarlemse financiële wereld een bekende persoonlijk heid. 37> Hij was bestuurslid van de Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de Provincie, enige tijd president-commissaris van de Haarlemsche Brandverzekering Maatschappij, directeur van de Hollandsche Maatschap pij der Wetenschappen, bestuurslid van de Bachvereniging en actief lid van de doopsgezinde gemeente te Haarlem. In het linker pand, Spaarne 54, was het correspondentschap van 1903 tot 1952 ge vestigd. (collectie Kennemer Atlas) Haerlem Jaarboek 1997

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1997 | | pagina 64