J.J. Thöne, correspondent van de Nederlandsche Bank 1921-1952. (foto Kennemer Atlas) te beschikken alsook over personeel dat gewend was met grote hoeveelhe den bankbiljetten om te gaan. Dit leidde ertoe dat de Bank het correspon dentschap onderbracht bij de Nutsspaarbank aan de Jansstraat 19 en de di recteur van die instelling, mr. Pieter Fuhri Snethlage (1887-1966), per 1 juli 1952 benoemde tot correspondent. Tegelijkertijd werd de verwisselingskas verdubbeld tot 400.000. Wel moest de inrichting van het gebouw van de spaarbank enigszins worden aangepast om te voldoen aan de beveiligings eisen die de Nederlandsche Bank stelde. In de maanden mei en juni bleef de teruggetreden correspondent aan, die bij wijze van overgangsmaatregel tijdelijk gebruik kon maken van de faciliteiten van het kantoor Haarlem van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, waar het correspondent schap voor de overname van de firma Guépin zo lang domicilie had geno ten. Wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leefdtijd legde Fuhri Snethlage reeds per 1 oktober 1952 zijn functie als directeur van de Nuts spaarbank neer. Hij bleef evenwel correspondent tot 1 januari 1953- Zijn opvolger werd J. Tromp, die tot aan zijn benoeming door de Bankdirectie adjunct-secretaris van de Nederlandse Spaarbond was geweest. Hij zou de zevende en laatste correspondent te Haarlem worden (zie tabel 2 voor een overzicht). Het correspondentschap bleef onveranderd gevestigd aan de M.M.G. FASE EN J. MOOI)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1997 | | pagina 67