architect ging hiervoor te rade bij de neo-Hollandse renaissance, een op de vaderlandse bouwkunst van rond 1600 gebaseerde manier van stileren die in Dumonts tijd veelvuldig werd toegepast, niet alleen voor overheids gebouwen maar ook voor particuliere woonhuizen. In Haarlem kon Dumont voor deze historische bouwstijl een voorbeeld nemen aan de scheppingen van stadsbouwmeester Lieven de Key en zijn tijdgenoten, zo als de Vleeshal aan de Grote Markt (1602-1604). Dumonts behandeling van de bekende stijlmiddelen is sober en beheerst te noemen. Hij verloor het rationele karakter van de architectuur nergens uit het oog. Desondanks maakte hij gebruik van het complete vormen- arsenaal. Hiervan getuigen de speklagen (doorlopende zandstenen ban den), boogfnezen en ontlastingsbogen, de overal opduikende zandstenen blolqes (rond de ramen, in de ontlastingsbogen boven de ramen en in de boogfriezen) en de dakkapellen, die spitse, overstekende kappen hebben, bekroond door pinakels; ook de kap wordt trouwens door pinakels be kroond. De neo-Hollandse renaissance is nog sterker aanwezig in de uitwerking van de twee nsalieten. Beide zijn symmetrisch ingedeeld. Het risaliet in de Haerlem Jaarboek 1997 De hoofdingang aan de Oude Zijlvest. De gemetselde pilaren hebben sierlijke lantaarns van glas, ijzer en koper, de entree is uitgewerkt in de stijl van de neo- Hollandse renaissance, compleet met gebeeldhouwd tympaan, zuiltjes en een fries met de naam van de school, (foto Jos Fielmich gemeente Haarlem, 1996)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1997 | | pagina 88