Interieur
Ten slotte de binnenkant van het schoolgebouw. De HBS-b heeft een voor
de tijd van ontstaan typerende plattegrond: de leslokalen, personeelsver-
trekken en andere ruimten liggen aan weerszijden van een middengang.
We hebben derhalve te maken met een 'gangenschool'. Een dergelijke op
zet werd tot ver na de Tweede Wereldoorlog toegepast in de scholenbouw.
De verschillende vertrekken zijn gezien hun functie logisch over het ge
bouw verdeeld. De 'laboratorium'-lokalen bijvoorbeeld, waar de chemische
proeven werden gedaan, bevinden zich op de begane grond, zodat er
vluchtwegen via de ramen mogelijk waren. De tekenlokalen liggen zoveel
mogelijk met hun ramen op het noorden, dit met het oog op het voor de
beeldende kunsten ideale, want onveranderlijke noorderlicht. De leraren-
kamer en de directeurskamer zijn om strategische redenen op de begane
grond en in de buurt van de hoofdtoegang gesitueerd. Er zijn twee trappen
huizen: één bij de hoofdentree, het andere aan het uiteinde van de west
vleugel.
Zoals gezegd zijn in het interieur nog vele uit de bouwtijd daterende
onderdelen voorradig. Deze onderdelen laten zien dat ook voor de detail
lering van het interieur de neo-Hollandse renaissance als uitgangspunt
gold. Er is echter een belangrijk verschil met de uitwerking van het
exterieur: anders dan aan de buitenkant komt in het inwendige van het ge
bouw op sommige plaatsen ook de moderne constructie van het gebouw
nadrukkelijk tot uiting.
Haerlem Jaarboek 1997
-go-
Gebeeldhouwde
gevelsteen van de
gymnastiekzaal, zijde
schoolplein, (foto Jos
Fielmich gemeente
Haarlem, 1996)