Kapiteel van een van de zuilen, (foto Jos Fielmich, gemeente
Haarlem, 1996)
Een bijzonder aantrekkelijk element vormen de in de tussenwanden van
het hoofdtrappenhuis uitgespaarde openingen, die bijdragen aan het ruim
telijke karakter van het trappenhuis. De flauwe bogen zijn versierd met
bruin geglazuurde stenen en steunen op zandstenen consoles. Verder is
onder de raampartij op het eerste bordes van het trappenhuis een zandste
nen, gebeeldhouwde rand aangebracht met plantaardige motieven. De
bruin geglazuurde stenen keren terug in de muurdammen. De ramen zijn
van glas-in-lood.
De hand van de architect heeft zich werkelijk overal mee bemoeid. Ein
deloos zijn de versieringen, en toch is er geen sprake van overdaad. Ieder
detail past in het geheel, de veelheid aan kleuren, vormen en materialen is
in evenwicht.
De vloeren van hal, gangen en trapbordessen zijn belegd met roodbruine
en okergele tegels in rechthoekige vlakken en ruitvormige patronen. De
wanden van de hal hebben deels een lambrizering van grote, wit
geglazuurde stenen, deels biezen van bruin geglazuurde stenen. Om ver
wondingen bij stoten te vermijden zijn de hoeken van de wanden afgerond.
De ramen in de gangen hebben dorpels van geglazuurde stenen. De bruin
geglazuurde stenen die we al eerder zagen duiken weer op in de gemetselde
bogen in de hal en ook in de gangen. De wanden van de hal worden geleed
door pilasters met geprofileerde, zandstenen consoles (ondersteunende
stukken). De bogen in de gangen steunen ook op pilasters met consoles, die
met elkaar voor een opvallende ruimtelijke geleding zorgen.
WIM DE WAGT