vrouwelijke leden, terwijl de grootstedelijke Haagse, Rotterdamse en Am
sterdamse instellingen tot diep in de negentiende eeuw damesleden weer
den. Toch zijn het niet 'zomaar' vrouwen uit de welgestelde Haarlemse
bovenlaag die lid werden van het Leesmuseum. Gehuwde vrouwen, of
dochters die nog thuis woonden, waren namelijk een zeldzaamheid in het
ledenbestand. In de toenmalige opvattingen was het tamelijk ondenkbaar
dat een gehuwde vrouw of thuiswonende dochter zelfstandig lid werd van
een culturele instelling: hun domein was het huis en zij konden eventueel
via echtgenoot of vader de boeken die
hij leende, óók lezen. Op deze manier
hield een man een oogje in het zeil op
de lectuur van zijn vrouw en die van
zijn dochters.
De vrouwelijke leden van het Haar
lemse Leesmuseum zijn daarom, op
een enkele uitzondering na, onge
huwde zelfstandig wonende dames, of
weduwen. Er waren in de periode
1880-1890 zo'n twintig vrouwelijke le
den, van het totaal aantal van 160 ruim
twaalf procent dus.18) Een van de
vrouwelijke leden was de ongehuwde
bloemschilderes Arentina Hendrika
Arendsen. Op 48-jarige leeftijd werd zij
lid van het Leesmuseum. Zij was een
trouw bezoekster van de jaarvergader
ingen van het Leesmuseum, vaak als
enige vrouw. Mej. E.C.C. Eshuijs en
mej. A. Josset waren beiden lerares aan
de HBS voor meisjes, in de Jacobijnestraat, dus vlakbij het Leesmuseum.
Andere vrouwen konden kennelijk van hun kapitaal leven, zoals bijvoor
beeld Jonkvrouw M.J.L. Quarles van Ufford, of Jeanne Cijfveer. De laatste
was eveneens al diep in de vijftig toen ze lid werd van het Leesmuseum.
Een grote uitzondering was Neeltje van Eeden-van Warmelo, de moeder
van Frederik van Eeden. Zij was nog lang geen weduwe toen zij het lid was.
Nu was Neeltje van Eeden een buitengewoon zelfstandige vrouw, die zich
zeker niet door haar man liet voorschrijven wat ze moest lezen, een reden
wellicht waarom zij, als gehuwde vrouw, lid werd van het Leesmuseum. 11)1
Wat lazen de leden van het Leesmuseum? We hebben voor dit onder
zoek twaalf mannen en twaalf vrouwen die in de jaren tachtig regelmatig
gebruik maakten van de diensten van het Leesmuseum vergeleken, om een
y
De bloemschilderes Arentina
Hendrika Arendsen (1836-1915).
Zij werd in 1884 lid van het
Leesmuseum.(Kennemer Atlas)
-105-
BOUDIEN DE VRIES EN FEMKE VAN DER MEULEN