zich in Haarlem overigens in goed gezelschap. Nogal wat andere gebouwen met een bijzondere functie uit die tijd werden namelijk opgetrokken in deze voorname bouwstijl. Getuige bijvoorbeeld twee van de belangrijkste projecten van zijn vader, de Hoogere Burgerschool (hbs) aan de Jacobijne- straat uit 1864, en het Sint Elisabeth's Gasthuis aan de Gasthuisvest (1871- 1873). Ook zijn vaders opvolger als stadsarchitect, Jacques Leijh, ontwierp in de jaren tachtig van de vorige eeuw meerdere schoolgebouwen in neo classicistische stijl. Wat de architect van het joodse gemeentegebouw kortom deed, was zich schikken naar de hoofdtrend in de Haarlemse archi tectuur van die dagen. Een klassiek stadspaleis Van den Arend ging eigenlijk heel pragmatisch te werk. Het gemeente gebouw is neo-classicistisch slechts voor wat betreft de gevelarchitectuur en de ornamenten van het interieur. De plattegrond is een zakelijke verta ling van de eisen die de verschillende functies met zich meebrachten, niets meer en niets minder dan dat. De locatie bood maar weinig ruimte om de monumentale gevel uit volle borst te laten spreken. De Lange Wijngaardstraat is smal. Van den Arend heeft het gebouw als het ware op een verhoging geplaatst. Het heeft een plint en telt twee bouwlagen onder een mansarde-kap, die is bekleed met pannen. De gevel wordt geleed door drie traveeën. De buitenste twee ko men een beetje naar voren ('risaleren') en worden elk bekroond door een driehoekig fronton. De middenas van de gevel wordt geaccentueerd door een dakkapel, die omlijst is door zogenoemde wangen en bekroond wordt door een segmentvormig (gebogen) fronton. Deze hoofdopzet is groten deels gebaseerd op het schema van het klassieke stadspaleis met een breed, terugliggend middendeel en vooruitstekende hoekpaviljoens. De drie voordeuren die het gebouw rijk is zijn ieder in een travee ge plaatst. Elke deur beschikt over een bovenlicht en een hardstenen stoep met twee treden. Voor de ramen is één standaardmaat gebruikt. Het zijn hoge schuiframen in de vorm van acht-ruiters. De ramen zijn voorzien van een strakke, neo-classicistische omlijsting, net als de drie entrees. Tussen begane grond en verdieping bestaat een klein, maar veelzeggend verschil in uitvoering. De ramen van de verdieping hebben namelijk elk een ornament onder de benedendorpel. Op deze manier is een hiërarchisch onderscheid aangegeven tussen de begane grond met de schoolruimte en de verdieping, waar zich de deftige vergaderzalen bevonden. Onder het linker benedenraam in de middelste travee is de in hardsteen uitgevoerde gedenksteen gemetseld. De hierin gebeitelde tekst luidt: 'de WIM DE WAGT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 127