de tol een lucratieve bezigheid was, kocht het Sint Elisabeth of Grote Gast
huis in Haarlem de Haringbuis aan. Deze instelling bezat uitgebreide bezit
tingen in de regio. Zo behoorden ook de eigendomsrechten van enige be
langrijke wegen en vaarten in de heerlijkheid Heemstede aan haar toe.8) In
de transportakte van 5 augustus 1716, gepasseerd voor het schepengerecht
'in den banne van Tetrode, Aelbertsberg ende Vogelensangh' - zoals de
huidige gemeente Bloemendaal destijds werd aangeduid - stond de herberg
omschreven als
'een groot schoon sterck en weldoortimmert huijs en neringhrijcken
herberge van outs genaamt het Claverbladt en als nu de Haringhbuijs
met den erve en(de) werve met een koe en paardestal bouwhuijs en
wagenhuijs mitsgaders de tuijn daar aan gelegen staande ende leggende
in den Aerdenhout onder den banne van Tetrode'.9)
Bij de herberg was inmiddels een tuin aangelegd en de gememoreerde
'werf was met elstbomen beplant. Het gasthuis werd voor f 2100,- eigenaar
van de herberg en moest de koopsom in twee termijnen voldoen. Bij de
koop was het halve recht van het klaphek voor een termijn van vijf jaren
inbegrepen. Daarvoor moesten de regenten van het gasthuis jaarlijks de
helft van de gehele som (veertig gulden) aan de grafelijkheid afdragen. De
Het klaphek in Aerdenhout, Jac. Cats 1775.
(reproductie gemeente Bloemendaal)
-3-
HENRI SPIJKERMAN