Leertijd voor de Haarlemse politiek (1897-1917) 'Vooreerst ga ik uit van de psychologische waarheid, dat alles wat tot het verleden behoort, louter door het feit, dat het er nu niet meer is, met een zeker waas van schoonheid overtrokken wordt' (Godfried Bomans, zoon van een bekend Haarlems politicus) Inleiding Van de Haarlemse politiek in de 19e eeuw werd gezegd dat zij 'duf en bene pen' was: 'Vooraanstaande burgers van Haarlem gedroegen zich vanouds als echte regenten en hanteerden de raad als een koetsier zijn paarden'. 2> De jaren 1897-1917 kunnen worden aangemerkt als de 'leertijd voor de Haarlemse politiek'. Deze periode wordt ingeleid door de kieswet van mi nister Sam van Houten (1896) en afgesloten door de invoering van het alge meen (mannen-) kiesrecht. Tijdens deze jaren breidde het aantal kiezers zich geleidelijk aan uit. Politieke stromingen werden omgezet in georgani seerde partijafdelingen compleet met politieke programma's. Zij leerden, met vallen en opstaan, hoe ze de nieuwe kiezers moesten bewerken. Met vaandels, fietsclubs, fanfarekorpsen, 'kiezerskweek' acties en dergelijke werd getracht nieuwe aanhang te verwerven. Voor sommigen was dit wel even wennen. Zeker voor de heren die tot dan toe gewoon waren de poli tieke zaken onder elkaar te bespreken. In dit artikel wil ik ingaan op de vraag hoe deze veranderingen in Haar lem uitpakten. Slaagde de Haarlemse plitiek erin zich te ontdoen van haar gezapig imago? Was er ook in Haarlem sprake van een 'politieke kente ring'? 3) Het algemeen politieke beeld Drie thema's beheersten de landelijke politiek in de jaren 1897-1917. Felle strijd werd gevoerd om de uitbreiding van het kiesrecht. De kieswet-Van Houten was slechts een tussenstap op de lange weg naar het algemeen kies recht. Naast algemeen kiesrecht werden de politieke messen geslepen over LUUK BRUG

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 150