Bosch en Landzigt bij het klaphek in Aerdenhout. Aquarel door J.G.L. Rieke 1861. (reproductie gemeente Bloemendaal) De commissie van de straatweg naar Zandvoort wilde niet alleen een goede verkeersweg naar het oude vissersdorp aanleggen, maar had ook de bedoeling om van Zandvoort een badplaats te maken. Deze nieuwe vorm van recreatie zou de arme vissersbevolking een beter bestaan moeten bie den. In de plannen van de commissie was tevens de bouw van een badhuis in Zandvoort begrepen. De opening ervan in 1828 betekende voor Zand voort het startsein om tot een badplaats uit te groeien. Deze ontwikkeling kreeg later een enorme impuls toen twee Duitse speculanten, J. Eltzbacher en R. Sulzbach, in de jaren zeventig van de vorige eeuw het iniatief namen tot de aanleg van een spoorwegverbinding naar zee, die door de duinen moest worden gegraven. Toen de benodigde concessie in 1880 was verkre gen exploiteerde de N.V. Haarlem-Zandvoort Maatschappij het gelijkna mige traject. In de voorafgaande periode liet de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (H.IJ.S.M.) gedurende de zomermaanden op het traject Haarlem-Leiden enkele treinen stoppen aan de halte Zandvoortse- laan, zodat badgasten langs de Zandvoorterweg de kust konden bereiken. De voorwaarden voor het doen slagen van het ambitieuze plan van een badplaats 'Nieuw Zandvoort', dat de gemeente Zandvoort ten noorden van het oude dorp wenste te realiseren, waren geschapen.12) HENRI SPIJKERMAN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 15