ersch i I lcntlc tijdstip pen - als redacteur bij De Tijd. in Amsterdam zou ontmoeten: Ton Elias, Anton van Duinkerken, Leo Hanekroot, Cor de Groot, Janus van Dom burg. In september 1947 kwam hij bij de Nieuwe Haarlemsche Courant te recht. Zijn mooiste jaren in de journalistiek heeft hij beleefd vanuit het redactielokaal van die krant aan de Smedestraat in Haarlem. Dat was een bruine achterkamer met serre, groot genoeg om er vier bureaus in te plaat sen. Het summum van moderniteit waren een oud radio-ontvangsttoestel, in de nabijheid van de redactiechef, en een zwiepende telefoon tussen diens bureau en dat van zijn tweede man. Vanuit die locatie ondernam Helversteijn elke dag zijn zoektocht naar nieuws, met een wellustige gretig heid, nerveus en zeer gehaast (stoep-op, stoep-af). In die laatste verschij ningsvorm leek hij het meest op het stereotype van de razende reporter. Zijn grootste rivaal was het Haarlems Dagblad, gepersonifieerd in de befaamde, luid - met sonoor dédain in zijn stem - sprekende, vaak kort aangebonden stadsverslaggever'Joop Bartman, een griffioen aan Helver- steijns professionele borst. Het omgekeerde zal vermoedelijk ook wel het geval geweest zijn. Met jongensachtig plezier vertelde Helversteijn later aan wie het maar horen wilde - en dat waren in het herfsttij van zijn journalis tieke leven op den duur meestal aan zijn lippende hangende jonge(re) col- Haerlem Jaarboek 1998 -206-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 206