In het schemergebied tussen 'Dichtung und Wahrheit' construeerde hij een eigen universum, waaromheen zich een kring schaarde van bewonderaars - vooral -sters: Helversteijn was een ladies-man, geen ladykiller die bo vendien gefixeerd was door zoiets triviaals als een ouderwetse fiets en een voorgebakken strikje. Attributen die hij koesterde nadat hij er achter was gekomen dat zij wezenlijk bijdroegen aan het vergulden van zijn status van relatief bekende Haarlemmer. Toen de Nieuwe Haarlemsche Courant van het toneel was verdwenen en het Haarlems Dagblad het in de Spaarnestad alleen voor het zeggen -208- kreeg vertrok Helversteijn naar de reportageredactie van het dagblad De Tijd voor het beoefenen van het métier een ander ritme werd aangehouden dan op een stadsredactie geboden is. Het is vooral dat verschil in ritme dat hem - gewend als hij was aan de snelle sprint in de Haarlemse journalistiek - niet is meegevallen, noch bij De Tijd noch bij Margriet waar hij later kwam te werken. Het ambacht van chroniqueur - want dat was hij - oefende hij de laatste vijfentwintig jaar in het Haarlems Dagblad uit dat hem maar al te graag uit welbegrepen eigenbelang binnenhaalde als medewerker die immers als geen ander de weg wist in de krochten van katholiek Haarlem. Ook in die krant beoordeelde hij vakkundig en gewetensvol, mild en aimabel de pres taties van Haarlemse amateurtonelisten en schreef hij elders en in zijn ru briek Tussen de coulissen over de stad en haar bestuur, de faits et gestes van de grote en kleine luyden, en zeker over hen aan wie hijzelf pregnante herinneringen bewaarde: de doctores klassieke talen C. Spoelder en C. Henning in een dubbelportret, de markante wereldverbeteraar Henri de Greeve van de Bond zonder Naam, het eerste kwintet paarden van de bere den politiebrigade, de temperamentvolle priester dr. A. Kat en diens Haar lemse Koorschool en de in vele pistes uitblinkende geschiedenisleraar Harry Prenen. Juweeltjes van journalistieke literatuur of van literaire jour nalistiek? Wat te zeggen van zijn bijzonder gevoel voor humor? Een voorbeeld: In de bundel Tussen de coulissen, vijftig jaar Haarlem in de krant - door het Haarlems Dagblad uitgegeven ter ere van zijn gouden jubileum als journa list in september 1997 - vertelt Helversteijn van de onthulling van het mo numentje ter ere van Hansje Brinker in Spaarndam door prinses Margriet. Daar waren ook koningin Juliana en de toen driejarige prinses Marijke (la ter Christina) bij. Het verhaal wordt overeenkomstig het beproefde Helversteijnse idioom in elkaar gestoken: 'Die zevende juni 1950 herinner ik mij nog als de dag van gisteren. Veel zon in een landschap van blauwe en witte wolken. Heel Spaarndam, jong en oud, op de been....' En zo verder. Aan het slot tracteert hij de lezer op deze ontboezeming:Marijke begon Haerlem Jaarboek 1998

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 208