geld kosten en met dit krediet kon men alleen maar het achterste gedeelte
van de Haringbuis slopen en een ontwerp voor de restauratie maken. De
opdracht hiertoe werd aan de Bloemendaalse architect J.A. van Asdonk
verleend. Hij presenteerde twee ontwerpen waarbij de Haringbuis als
woonhuis zou worden gerestaureerd. Ook de Rijksdienst voor de Monu
mentenzorg ontwierp een restauratieplan. Zij kende bijzondere betekenis
aan het gebouwtje toe. Volgens de directeur van de rijksdienst, dr.ir.
R. Meischke, waren er slechts drie van dergelijke tolgaarderswoningen in
Nederland. De Bloemendaalse schoonheidscommissie koos voor het meest
eenvoudige plan van architect Van Asdonk. Daarbij werd de Haringbuis
verbouwd tot een eenvoudige, maar complete woning met op de begane
grond een woonkamer, keuken en toilet en op de verdieping in de be
staande kap één grote en twee kleine slaapkamers met een douche. Maar
van de oude Haringbuis zou weinig overblijven. Slechts drie muren zouden
blijven staan en aan de achterzijde zou een nieuwe gevel worden gebouwd
in dezelfde stijl als de voorgevel. De gemeente Bloemendaal moest echter
nog afwachten of de rijksoverheid wel subsidie zou verlenen bij een derge
lijk plan.
De Haringbuis ligt voortaan op een verkeerseiland, 1964. (foto gemeente
Bloemendaal)
Haerlem Jaarboek 1998