reerd was, verkeerde zij na een jaar nog steeds in onbewoonde toestand.
Het verzoek om het monument als woonruimte aan een pompbediende toe
te wijzen, strandde in de raad. In november 1965 trok een wijngenootschap
in de Haringbuis en deze wijnproevers vinden er sindsdien nog steeds hun
domicilie.
Negen jaar na de restauratie werd de Haringbuis definitief op de rijks
monumentenlijst geplaatst en daardoor lijkt het gebouw voor de toekomst
veilig gesteld.31)
-30- Noten
1. Zie: F. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haerlem van de vroegste tijden
tot op onze dagen, tweede deel, (Haarlem 1877) 187; S. Ampzing, Beschryvinge
ende lof der stad Haerlem in Holland, (Haarlem 1628) 84; J.M. Sterk-Proot,
Geschiedenis van Aerdenhout, (Bloemendaal 1946, 2e dr.) 70; C.W.D. Vrijland,
Geschiedenis van Bloemendaal en Aerdenhout, (Haarlem 1975); L. van Zetten,
'De geschiedenis van Aerdenhout', Ons Bloemendaal, 21e jrg. nr. 1, voorjaar
i997> 8-
2. Om de herinnering aan het klaphek bij de Viersprong levend te houden besloot
de Bloemendaalse raad in haar vergadering van 21 februari 1924 tot de naamge
ving van de in 1924 aangelegde Klapheklaan in Aerdenhout. Gemeente
Bloemendaal, Oud-archief, inv.nr. 237, raadsverslag van 21 februari 1924
(raadsbesluit nr. 16); A.M.G. Nierhoff, Bloemendaal. Langs lanen en wegen,
(Bloemendaal 1963), 112.
3. Nierhoff, a.w., 201 en Tj.W.R. de Haan, Oud-Zandvoort, (Zandvoort i960).
4. Dit i7e-eeuwse uithangbord hing in 1928 nog boven de deur van het tolhuis en
was in het bezit van de eigenaar, L.L. Graaf van Randwijck, die in huize
Bosch- en Landzigt aan de overzijde woonde. Tegenwoordig bevindt het
uithangbord, een koperen plaat met ijzeren afdekking waarop een sterk
overgeschilderd schip is te zien, zich in het Frans Halsmuseum. Aan de
onderkant van het uithangbord zijn twee haringen in het koper uitgesneden.
Voor een afbeelding, zie: Ons Bloemendaal, 17e jrg. nr. 4, (winter 1993), 21; Zie
verder P. Hoekstra, Bloemendaal. Proeve ener geschiedenis, (Wormerveer
1947), 351-
5. Rijksarchief in Noord-Holland ranh], Oud-rechterlijk archief, heerlijkheid
Tetterode, Aelbertsberg en Vogelensang (T.A.V.), inv.nr. 1072, folio U5r-ii7r, 3
april 1704.
6. Idem, inv.nr. 1073, folio 136V-137V.
7. Idem, inv.nr. 1073, 6 augustus 1716, folio 136V-137V. Zie f. i37r. In 1750 deden de
erven van Van Meurs het 'huis van Gael' over aan de weduwe mevrouw E.E.
van den Bempden-Tulp. Het pand werd omschreven als een huis met erf en
tuin, met daarachter een schuur, gelegen in Aerdenhout, naast de herberg de
Haringbuis. Zie: ranh, Oud-rechterlijk archief T.A.V., inv.nr. 1078, folio 5or-v.
In 1770 vindt de laatste vermelding plaats en het vermoeden bestaat dat het
Haerlem Jaarboek 1998