Joseph- of Timmermansgilde.9) Vanaf 1730 is hij gedurende vijf jaren als
timmerman nauw betrokken bij de bouw van het Hofje van Staats. Diverse
rekeningen tonen aan dat hij dan gemiddeld zo'n tien a elf timmerlui in
dienst heeft. 10) Uit 1733 stamt de eerste rekening waaruit blijkt dat hij naast
timmerman ook meubelmaker is. Hij levert dan een aantal meubelen aan
het Hofje van Staats. Ongetwijfeld heeft hij deze order binnengehaald om
dat hij de regenten kent van zijn timmermanswerkzaamheden voor het
hofje.
Op 3 oktober 1738 laten Leendert en zijn vrouw een akte van voogdij
-36- opmaken, waarbij wordt bepaald dat twee vrienden, nl. Hendrik de Werf
(die in zijn hoedanigheid als 'onderfabriek' van de stad nauw betrokken
was bij de bouw van het hofje van Staats u>) en Gerret Langendijk, worden
benoemd tot voogden over hun zoon. Op dat moment is Leendert ernstig
ziek. In de tekst staat dat hij 'Siekelijk naden lighaame dog sijn verstand en
memorie wel magtig' is. 12) Leendert sterft kort hierna en wordt op 17 no
vember 1738 begraven in de Nieuwe Kerk. De begrafenis kost 7,-.
De weduwe Hendrikje Dijkhuijzen-van Kampen blijft achter met een 12-
jarige zoon. Begin jaren '40 woont zij in de Gierstraat, op het huidige num
mer 66.13> Zij is dan winkelierster en valt in de laagste belastinggroep,
Klasse 1. In 1746 wordt zij zelfs vrijgesteld van belastingen omdat haar in
komsten te laag zijn.14) Twee jaar later, op 22 april 1748 wordt zij begraven
in de Nieuwe Kerk. Haar begrafenis kost f 3,—.
De producten van Leendert Dijkhuijzen
De eerste rekening van Leendert Dijkhuijzen die mogelijk betrekking heeft
op interieurdecoratie 15) stamt uit juli 1733 en is ingediend bij de Regenten
van het Hofje van Staats: 'Aan Pr. LeNormant spiegelkoper door mr. L.
Dijkhuijzen voor de spiegels in de schoorsteen 37,18,—.16) Waarschijnlijk
heeft Leendert aan de schoorsteenmantel in een van de regentenkamers
gewerkt en heeft hij dit in nauwe samenwerking met de spiegelhandelaar
gedaan (de kostbare spiegels moesten strak aansluiten bij de omlijsting).
Van Leendert Dijkhuijzen is een drietal meubelstukken overgebleven
die hij in de jaren 1733-1734 heeft gemaakt voor het Hofje van Staats. Dit
hofje, gebouwd met geld uit de nalatenschap van de Haarlemse garenreder
IJsbrand Staats, was gelieerd aan het Hofje van Noblet. De executeurs van
het laatstgenoemde hofje waren tevens de regenten van het Hofje van
Staats.17) Vandaar dat de meubelen van het Hofje van Staats zich tegen
woordig in het Hofje van Noblet bevinden. De kamers waarvoor Leendert
zijn meubelen oorspronkelijk leverde zijn thans verhuurd aan een in anti
quarische boeken gespecialiseerd veilinghuis.
Haerlem Jaarboek 1998