Het eerste meubelstuk betreft een grenen tafel, die in september 1733 ge
leverd is en twee maanden later betaald is. De tafel kostte 15,-.18) Het is
een tamelijk eenvoudige tafel, voorzien van een deels opklapbaar ovaal
blad en rustend op een viertal poten met een licht gekromde S-curve (zgn.
'Queen Anne' poten), waarvan één uitgeklapt kan worden als de tafel in
haar volle omvang gebruikt diende te worden. De 'Queen Anne' poten zijn
van Engelse origine en het is duidelijk dat Leendert zijn inspiratie daarvan
daan heeft gehaald. 19) De poten zijn rood gebeitst om op mahonie te gelij
ken. Dit is waarschijnlijk gebeurd aan het eind van de 18e of het begin van
de 19e eeuw, toen mahonie zeer in trek was. Het bovenblad is naturel gre- -37-
nen gebleven en vertoont een fraai gevlamd patroon. Aan de voorzijde be
vindt zich een smalle lade met een diepte van 116 cm. Ongetwijfeld werd
aan deze tafel menig pijp gerookt die in deze lade werd opgeborgen.20)
Het grootste meubelstuk dat Leendert aan het Hofje van Staats leverde
betreft een 'Extra Groot Nooteboome Cantoor Cabinett' (de namen
Cantoor Cabinett en Comptoir Cabinett worden beiden gebruikt). Het staat
op dezelfde rekening als de tafel en is eveneens op 6 november 1733 betaald.
Het kabinet werd in oktober bij het hofje afgeleverd. Dit meubel is zeer
imposant door zijn afmeting (bijna 2,5 meter hoog!) en fraaie uiterlijk. Ook
hier heeft Leendert zich laten inspireren door een Engels meubelstuk (een
zogenaamde 'bureau-bookcase') uit het eerste kwart van de 18e eeuw. Hij
De grenen tafel van Leendert Dijkhuizen, 1733. (foto Jos Fielmich)
MATHIEU WILLEMSEN