kast ranker en minder massief. Hoewel Leendert Dijkhuijzen in zijn reke ning aangeeft dat het een 'Noteboome Cantoor Cabinett' betreft, is de kast eigenlijk gemaakt van eikenhout. De eikenhouten kern is bekleed met een fineer bestaande uit zeer fraai getekend (wortel)notenhout dat speciaal zal zijn uitgezocht. Het modieuze messing beslag op de kast doet ook engels aan. Uit de tweede helft van de 18e eeuw is bekend dat het merendeel van het beslag op Hollandse meubelen uit Engeland (veelal uit Birmingham) werd ingevoerd.21) Over de periode daarvoor is weinig bekend, maar het is bij deze kast zeker mogelijk dat het geïmporteerd beslag betreft. Hoewel het Cantoor Cabinet op het eerste gezicht een Engels product lijkt, verraadt een aantal details zijn Hollandse origine. Zo is de kast van Leendert in vergelijking met het Engelse voorbeeld plomper. Engelse kas ten zijn qua uiterlijk ranker en verticaler. Ook staat de Haarlemse versie op bolpoten. In Engeland komen dergelijke meubelen op bolpoten na ca. 1715 nauwelijks nog voor en hebben zij een moderner onderstel.22) De bolpoten zien we veel bij tye-eeuwse kasten en doen dan ook zeer ouderwets aan bij dit type meubel. Mede door deze poten krijgt de kast een 'uitgezakt' uiter lijk. Ook uit de materiaalkeuze van het meubel blijkt de Hollandse her komst: Engelse meubelen uit deze tijd zijn over het algemeen gemaakt van een gefineerde kern van naaldhout, en niet van het alhier gebruikelijke eikenhout. Op 23 maart 1734 levert Leendert Dijkhuijzen aan hetzelfde hofje een theekistje voor de prijs van 15,—.23) Dit kistje is ook gemaakt van eiken hout en voorzien van dezelfde kwaliteit wortelnotenfineer als op het kabi net. In het kistje, dat gemaakt moet zijn om qua uiterlijk te passen bij het Het theekoffertje van Leendert Dijkhuizen, 1734. (foto Jos Fielmich) MATHIEU WILLEMSEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 39