In het huwelijksregister uit 1768 staat Jacob reeds vermeld als kabinet werker. Er blijkt hier niet uit of hij dan al zijn meesterproef afgelegd heeft. Het is wel waarschijnlijk aangezien hij anders vermoedelijk kabinet- werkersknecht zou zijn genoemd. Ook weten we niet wat voor assortiment Jacob produceerde.47) Aangezien hij enige tijd bij zijn broer Corstiaan heeft gewoond na de dood van zijn eerste vrouw en we weten dat Corstiaan wit- werker en winkelier was (in het Registre Civique van 1811 staat hij overigens vermeld als 'prieur aux enterrements' (doodsbidder), ligt het voor de hand om te veronderstellen dat de meubelen van Jacob ook door Corstiaan wer den verkocht. Misschien hadden beide broers een gezamenlijke winkel -45- voor hun producten? Ook is het niet duidelijk wanneer Jacob zijn profes sionele activiteiten heeft gestaakt. In 1829 wordt hij nog steeds schrijnwer ker genoemd. Zou hij toen (op 86-jarige leeftijd) nog steeds meubelen heb ben gemaakt? De stoelen van Jacob Verkouw Voor het Hofje van Oorschot heeft Jacob Verkouw op 24 september 1791 een set stoelen geleverd, bestaande uit 'Ses ovale mazieve Mahonyhoute Stoele en Van agtere gevult met Groen en Wit tryp' met daarbij '2 dito met armleuning'. De zes stoelen zonder armleuning kosten per stuk 13,10,- en de twee met leuning kostten per stuk f 17,-. De rekening bedroeg voor de De mahoniehouten stoel met armleuningen van Jacob Verkouw, 1791. (foto Jos Fielmich) MATHIEU WILLEMSEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 45