acht stoelen dus in totaal 115,-.48) Dit geld werd betaald uit de nalaten
schap van Margrietje Brugmans (overleden 23-08-1788) die de laatste 16
jaar van haar leven in het Hofje van Oorschot had doorgebracht en vrijwel
haar gehele nalatenschap aan het hofje naliet.49) Het is opmerkelijk dat er
gesproken wordt van 'mazieve mahonyhoute Stoele'. De stoelen waren dus
niet voorzien van een mahoniefineer, maar waren geheel van deze, toen in
de mode zijnde, kostbare tropische houtsoort gemaakt.
Detail van de stoel van Jacob Verkouw, 1791.
(foto Jos Fielmich)
De stoelen van Jacob Verkouw zijn - op de gebruikte houtsoort na -
voor 1791 tamelijk ouderwets te noemen: zo hebben ze gebogen poten die
een halve eeuw daarvoor modern genoemd zouden zijn. Op de rugleuning
bevindt zich aan de bovenzijde een eenvoudig gesneden bloemetje. De
stoelen lijken op het eerste gezicht uit de rococoperiode. We bevinden ons
in 1791 echter al volop in het tijdperk van het neo-classicisme waarin rechte,
veelal gecanneleerde taps toelopende poten en hoekige rechte vormen en
vogue zijn. Slechts de enigszins hoekige vorm van de rug en de gebruikte
houtsoort verraadt dat de meubelen in een latere periode zijn gemaakt.
Helaas is de originele stoffering niet meer aanwezig en zijn de stoelen op
nieuw met groene stof bekleed. Uit de rekening weten we dat ze oorspron
kelijk voorzien waren van groen met wit (waarschijnlijk in de lengterich
ting gestreepte) trijp. Beide armstoelen zijn, behalve op de zitting en de rug,
ook op de leuningen voorzien van stoffering. De reden voor de ouderwetse
vormgeving van de stoelen ligt waarschijnlijk in de aankleding van de
regentenkamer. Deze is voorzien van een imposante rococoschouw. Wil
den de regenten misschien dat de stoelen zouden aansluiten op de
ormgeving van de rest van de kamer zodat die meer een geheel zou lijken?
Het is een raadsel waarom de regenten deze stoelen helemaal in Leiden
Haerlem Jaarboek 1998