1768 in zowel het Leidse lidmatenregister als in het Haarlemse admissieregister. 28. avk, Stadsarchief Haarlem kast 13-455 (admissieregister) fol. ioov. 29. ga 270: Van Dirk Janse voor het doen van sijn proef als schreijnwerker aan het gilt f.20,- extra voor het gilt omdat hij zijn teijt als knegt niet had voldaan 20,- voor het weeshuijs f.20,- extra voor het weeshuijs ƒ.20,- voor 8 weeken van de werkplaat ƒ.16,- voor het dootkleet en gildepenning f.3.6.-. 30. ga 268, Ordonnanties en Keuren van het Timmermansgilde 1711, art. 2, fol. 5. 31. avk, Stadsarchief Haarlem kast 13-480 fol. 243". 32. idem, kast 13-481 fol. 128". 33. idem, kast 13-481 fol. 123". 34. Misschien is Hilletje Nolet identiek met de vrouw van Dirk Jansz., die van 1774 -52— tot 1779 vermeld wordt in de kasboeken van het Hofje van Oorschot. Zij wordt betaald voor het wieden en schoonhouden van de binnentuin van het hofje. Zij is analfabete en signeert haar uitbetalingen met een rechtopstaand kruis. Gezien de verbinding van meubelmaker Dirk Jansen met het hofje, kan dit mogelijk zijn. Hilletje Nolet zou dan aan het eind van 1779 overleden zijn. Op 5 januari 1780 wordt namelijk 21,- uitbetaald aan de zoon van Dirk Jansz. avk, Hofje van Oorschot 251: '...ontvangen bij mij, ondergeteekende, uit handen van de regenten van het hofje van wijlen den Heer Wouterus van Oorschot, voor neegen Maanden wieden ende schoonhouden der Binnenplaats, verdiend bij wijlen mijn moeder Huisvrouw van Dirk Jansz., en zullende verscheinen den Eersten February 1780, a zesendertig guldens S'jaars, de somma van ƒ.27,- Af hetgeen bij mijn moeder daar ....reeds was ontvangen a ƒ.6,- Rest ƒ.21,- Haarlem den 5. January 1780 [w.g. Dirk Yanse]'. avk, Hofje van Oorschot 261: '05-10-1780 Aan Dirk Janssen als eenige zoon en erfgenaam van de huisvrouw van Dirk Jansz., per resto van neegen maanden wieden en schoonhouden der binnenplaats ter verschen prima february v.q. ƒ.21,—.' 35. avk, Oud Notarieel Archief Haarlem 1333 akte 24. 36. avk, Oud Notarieel Archief Haarlem 1332, akte 65 en Oud Notarieel Archief Haarlem 1777 akte 105 waarin de familie van Heukelom uitgebreid ter sprake komt. 37. avk, Hofje van Oorschot 251, vervolg en hofje van Oorschot 261. 38. Over de inrichting van het Hofje van Oorschot vermeldt F. Allan (a.w., dl IV, 273) het volgende: '...terwijl er zich in datzelfde vertrek bovendien eenige antieke meubelen bevinden, die weleer door den heer van Oorschot werden gebruikt. Daarvan verdienenen, behalve een antiek buffetkastje en speeltafeltje (dit is het stuk van Dirk Janssen) van ietwat mindere kunstwaarde, een twaalftal stoelen, Style Louis XIV, genoemd te worden. Jammer, dat ze -misschien uit eerbied voor hunnen afkomst- zoo deerlijk laat vervallen...In de hal staat eene nog vrij wat antieken tafel, met wit marmeren blad, waarvan het voetstuk, dat bovendien al zeer onoordeelkundig is beverfd, ongetwijfeld van zeer zonderlingen, althans van niet alledaagschend vorm is. Een der vroegere Regenten wist mij te vertellen, dat genoemd voetstuk Eene symboli sche voorstelling van de geldgierigheid is, van een wereldling dus, die als een slaaf, aan 't goud en genot dezer wereld is geketend'. 39. Zie R.J. Baarsen, De Amsterdamse meubelloterijen en de geschiedenis van de meubelmakerij in de tweede helft van de achttiende eeuw (Zwolle/Amsterdam 1992), 49. Haerlem Jaarboek 1998

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 52