Eduard Isaac Asser. Kleine Houtpoort te Haarlem, ca. 1855. Zoutdruk van natte- collodiumglasnegatief. (coll. Rijksmuseum, Am sterdam natte-collodiumprocédé, werkte Asser alleen nog maar op glasnegatieven. Asser kwam al sinds zijn vroege jeugd in Haarlem en omstreken. De fa milie verbleef elk jaar tijdens de zomer een paar maanden in Lisse of Over- veen. Eduard en zijn familie en vrienden maakten lange wandelingen in de duinen, deden spelletjes, lazen, tekenden en schilderden. Mogelijk is de opname van de knechten met paard bij een boerenschuur gemaakt tijdens één van de zomerse verblijven. Over Assers omzwervingen en connecties in Haarlem juist in zijn 'fotografieperiode' is niet veel bekend. In 1850 werd Eduard Isaac Asser het eerste joodse lid van de Noord-Hollandse Staten en moet hij de stad nog vaker bezocht hebben. Rond 1853 was Asser opnieuw actief in Haarlem en legde het Paviljoen Welgelegen, waar toen het Museum van Levende Nederlandsche Meesters was gevestigd, op een natte-collodiumglasnegatief vast, op een langgerekt formaat dat bijna voor dit buiten gemaakt leek. Voor het huis is een vrouw met kinderwagen zichtbaar. Op de achtergrond zien we een man met hoge hoed tegen de gevel leunen. Asser moet overigens zijn donkere kamer dicht in de buurt hebben gehad, want de natte platen moesten meteen na de op name worden verwerkt. Een andere bijzonderheid die het vermelden waard is, is dat de Archief dienst voor Kennemerland ook twee foto's van Asser van rond 1855 bezit: opnamen van de in 1873 gesloopte Kleine Houtpoort. Op de ene foto zien we alleen de poort en op de andere afbeelding staan twee minuscule man- Haerlem Jaarboek 1998

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 74