De schrijver Conrad Busken Huet (1826-1886). Hij was een van de oprichters van het Leesmuseum. (Kennemer Atlas) Burgemeester mr. C.W. Fock, die de gouverneurskamer in het stadhuis aan het Leesmuseum ter beschik king stelde, (coll. A.G. van der Steur) en bovendien voor veel mensen het keuzeprobleem oploste. Zeker tot hal verwege de negentiende eeuw waren boeken verhoudingsgewijs erg duur en was de distributie slecht ontwikkeld. Natuurlijk, er waren boekhandels, maar die hadden weinig voorraad, er waren recensies en boekadvertenties, maar op bescheiden schaal. Het leesgezelschap was dé oplossing. Sommige zijn tot diep in deze eeuw of zelfs tot de dag van vandaag blijven bestaan, zoals Concordia in Veenendaal of Leeslust baart kunde in Alkmaar. u' In de negentiende eeuw moeten er letterlijk duizenden van deze lees gezelschappen zijn geweest. Haarlem kende in elk geval de volgende: Lees gezelschap 't Gaat Vast (1777-1828 of later) 12>, Union (1839-1851), Utile Dulce en La Récréation (beide tot 1854), De Vereeniging (1854-1920) 13> en de Roomsch-Katholieke Leesvereeniging (1876-1921?). Voorts bestond se dert 1888 een Natuurkundig Leesgezelschap en was tussen 1896 en 1898 de stad ook nog een Juridisch Leesgezelschap rijk. Vermoedelijk is deze op somming nog verre van compleet, zeker wat betreft de periode rond 1800. Leesmusea zijn een bepaald type leesgezelschap: ze functioneren name lijk veel meer als bibliotheek door aan collectievorming te doen. Dit brengt Haerlem Jaarboek 1998

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1998 | | pagina 98