'geen bequamer subject gevonden worden als Jan Albertsz Brouwer, zijnde een seer waen-wijs en opgeblasen Mensch gelijck uyt het sotte beroemen van sich selve doorgaens in sijn Boeckje te sien is. Hy is daer-en boven altijdt van de geheele Gemeente ende inson- derheyt van sijne Confraters die het nu met hem om haer algemee- ne intrest houden maer andersints noyt veel geacht hebben voor een Aerts-huychelaer en geveynsde Hypocrijt gehouden'.^) Vooral dit laatste stak kennelijk. Brouwer haastte zich naar notaris -42- Massa en liet een acte opmaken waarin hij verklaarde geen geveinsde hypocriet te zijn, maar een eerlijk man'6' Dat Brouwer suggereerde Durer in het nauw te kunnen brengen met literatuurverwijzingen - 'Lezer, lach niet' het verdiende slechts medelijden. Overigens achtte Durer het uit gesloten dat Brouwer op zijn eentje verantwoordelijk was voor het ge schrevene, hij kende de man als iemand die niet eens een slechte brief kon schrijven, laat staan een 'Boeckje'. Zijn hand was geschikt voor de weefspoel, niet voor de pen. Brouwer had hulp gehad, volgens Durer, en wel van de Haagse predikant Johannes Spitzius.57' Durer kende Spitzius goed. Deze was tussen 1674 en 1678 samen met hem predikant in Haarlem en vertrok in het laatste jaar naar Den Haag. Van Spitzius' geleerdheid was Durer ook niet erg onder de indruk. Die man had immers ooit in een publicatie beweerd dat Homerus de schrij ver was van het leven en de daden van Alexander de Grote. Een school jongen wist wel beter. Spitzius zat namens Den Haag in het college van afgevaardigden dat Durers leven en leer moest beoordelen. Daarin zat overigens ook de predikant van Zaandam, Petri, bij wie het echtpaar Durer op bezoek was toen hun zoon werd geboren. Petri en Spitzius behoorden tot de meerderheid van het college van afgevaardigden die oordeelden dat Durers schorsing gehandhaafd moest blijven omdat hij weigerde zijn onschuld aan te tonen. Nog een andere predikant behoor de tot Durers tegenpartij, en wel zijn collega in Haarlem: Elias Taddel. In het archief bevinden zich twee verklaringen waarin gemeenteleden afstand nemen van Durer die door Taddel mede ondertekend zijn.58' Hierover deed Durer wat meewarig. Had deze goede man niet in de gaten wat het voor zijn eigen positie betekende als Durer zich door het consis torie liet ringeloren? Met deze laatste vaststelling zijn we terug bij de constatering dat het in dit conflict in vergaande mate ging om machtsverhoudingen in de orga nisatie van de Lutherse kerk. Vooral Duitse predikanten, groot geworden in een traditie waarin ze niet structureel verantwoording hoefden af te leggen aan vertegenwoordigers van hun kerkgemeente maar aan hogere Haerlem Jaarboek 1999

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1999 | | pagina 42