Het Haarlemsch Gemengd Koor, 1904. (foto Kennemer Atlas)
een indruk te krijgen van dit enorm gevarieerde verenigingsleven. Meer
dan een impressie op basis hiervan wordt in het onderstaande niet gege
ven. Een overzicht uit een Jaarboekje van een bepaald jaar heeft immers
als nadeel dat er veel 'jonge' verenigingen in te vinden zijn, en maar wei
nig oudere. Het Jaarboekje van 1900 noemt bijvoorbeeld nog maar weinig
verenigingen uit de eerste helft van de negentiende eeuw. De meeste
daarvan hadden inmiddels alweer het loodje gelegd. Maar de informatie
uit 1900 geeft wel een goede indruk van de recente activiteiten die er op
verenigingsgebied waren ontplooid.
Alles lijkt erop te wijzen dat er wel een toename is geweest van de ver
enigingsactiviteit in de laatste decennia van de negentiende eeuw. De
randvoorwaarden werden gunstiger. De welvaart en vrije tijd namen toe,
voor de lagere klassen weliswaar slechts zeer mondjesmaat, maar vol
doende om het ontstaan van allerlei werkmansverenigingen te stimule
ren. Ik geef een paar voorbeelden van diverse soorten werkmansvereni
gingen die in 1900 werden opgericht. In de eerste plaats werden er om
streeks de eeuwwisseling nog steeds verenigingen opgericht van het alou
de zelfhulp-type: arbeiders sloten zich aaneen om elkaar te helpen bij
rampen. Een voorbeeld hiervan is het ondersteuningsfonds 'Onderling
Hulpbetoon' van de werklieden der bloemisterij Zwanenburg. De doel
stelling was om de leden bij ziekte of ongeval, mits niet door eigen schuld
Haerlem Jaarboek 2000