missaris. Of daarnaast nog n werkende leden bestonden of dat het
bestuur onderdeel was van dit elftal is niet bekend.
Alle drie verenigingen lijken sprekend op elkaar: ze willen allemaal
postduiven veredelen en africhten, wedvluchten houden en tentoonstel
lingen organiseren. AJleen de Bonte Duif heeft als doelstelling bovendien
nog 'het bevorderen van de onderlinge vriendschap harer leden'. v> Een
vergelijking met het jaarboekje van een jaar eerder doet vermoeden hoe
de vork in de steel zat: met de oprichting van de Bonte Duif ging de
Snelvlieger ter ziele (10 werkende en 6 kunstlievende leden). Drie leden
van het bestuur van de Bonte Duif waren ook bestuurslid van de
Snelvlieger geweest. Een bestuurscrisis dus, die resulteerde in de oprich
ting van een nieuwe vereniging die de onderlinge vriendschap hoog in het
vaandel had staan. Toch vraag je je af waarom er überhaupt drie piep
kleine postduivenverenigingen naast elkaar bestonden. Waren ze, zonder
het in hun naamgeving te vermelden, al enigszins op religieuze grondslag,
georganiseerd? Een onderzoek naar de sociale en religieuze achtergron
den van de bestuursleden zou wellicht meer uitsluitsel geven.
Maar niet alleen de postduiven werden goed ingebed in het vereni
gingswezen, de geheelonthouders bijvoorbeeld, hadden eveneens ruime
keuze. Naast de al genoemde zangvereniging waren er: de afdeling
Haarlem van de Volksbond (1876); de afdeling Haarlem van de
Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dran
ken (1843); de afdeling Haarlem van de Vereniging de Nederlandsche
Christelijke Geheel-Onthoudersbond (1891); de afdeling Haarlem van de
Nationale Christen-Geheel-onthouders-Vereeniging (1892); de Christe
lijke Geheel-Onthouders Jongedochtersvereniging 'De dochter van
Rechab'; de afdeling Haarlem van de Nederlandsche Onderwijzers-pro-
pagandaclub voor drankbestrijding (1893); de Geheel-onthouders spaar
kas (1900) en ten slotte de Afdeling Haarlem der Vereeniging tot bevor
dering van het herstel van drankzuchtigen (i893).i8) Veel van deze vereni
gingen hielden hun bijeenkomsten, niet verrassend, in het Geheelont
houderslokaal aan de Kleine Houtstraat 44. Andere grotere en kleinere
organisaties weken vaak uit naar gebouw De Kroon, of de zalen van de
Sociëteit Vereeniging.
Uit deze opsomming blijkt de hausse in recent opgerichte verenigingen
die samenhangt met het zogeheten beschavingsoffensief. De middenklas
sen trachtten het volk te disciplineren en te beschaven. Drank was een
groot sociaal probleem en al dan niet op christelijke grondslag trachtte
men dit maatschappelijk gevaar te keren. Want we moeten niet vergeten
dat er enerzijds arbeiders waren die eindelijk wat meer bestaanszekerheid
kregen wat zich onder andere uitte in een grotere participatie in vereni-
Haerlem Jaarboek 2000