Vincentiusvereniging, die zelfs een internationale dimensie had."» De ont wikkeling van een efficiënter verkeersnet en een betere communicatie via de posterijen gaf eind negentiende eeuw een sterke impuls aan de oprich ting van allerlei plaatselijke afdelingen van landelijke organisaties. Dat geldt niet alleen voor de geheelonthoudersorganisaties, maar voor aller lei andere verenigingen evenzeer. Een laatste kenmerk van het rijtje geheelonthoudersverenigingen, dat ook op het verenigingsleven als geheel van toepassing is, is het 'gender' perspectief: alleen het bestuur van de Christelijke Geheel-onthouders Jongedochtersvereeniging bestond geheel uit vrouwen. Omstreeks 1900 -119- nam de vrouwelijke participatie in het verenigingsleven toe, met name in charitatieve organisaties. Op het totaal van de omstreeks 1900 bestaande en recent opgerichte verenigingen blijven die waarin vrouwen iets te zeg gen hadden, echter veruit in de minderheid. Er zijn dus veel vernieuwingen te constateren rond de eeuwwisseling: een uitbreiding van het aantal sportverenigingen, een grotere participatie van allerlei mensen in politiek georiënteerde organisaties, een forse toe name van al dan niet militante werknemersorganisaties, een expansie van Haarlemse branches van landelijke verenigingen, meer verenigingen op charitatieve basis. Tegelijkertijd raakten ook bepaalde typen verenigingen De Vincentiusvereniging verzorgde maaltijden, maar had ook een bibliotheek, (foto Kennemer Atlas) BOUDIEN DE VRIES

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 121