m iedereen die de toegangsprijs a raison van een kwartje wilde betalen, kon evenzeer kennis nemen van de collectie.21' Kortom, de privileges die samenhingen met het lidmaatschap van culturele verenigingen werden langzamerhand uitgehold, waardoor de aantrekkelijkheid van het lid maatschap voor velen verminderde. Concerten, tentoonstellingen, lezin gen en toneeluitvoeringen waren weliswaar nog lang niet voor iedereen weggelegd, maar aan het begin van de twintigste eeuw was deze vorm van cultuurparticipatie hoe langer hoe minder exclusief gekoppeld aan het lidmaatschap van een vereniging. Binnen het bruisende plaatselijke verenigingsleven was de oprichting van Haerlem alles bijelkaar in zoverre bijzonder, dat er in deze periode nauwelijks meer verenigingen werden opgericht uitsluitend door notabe len. Dat is een typisch negentiende-eeuws verschijnsel, dat langzamer hand uit de tijd begon te raken. De fakkel werd overgenomen door de oprichters van sportverenigingen, van politieke organisaties en vakver enigingen en van charitatief en religieus geïnspireerde organisaties, die, hoewel ook vooraanstaande Haarlemmers daarin een aandeel hadden, uit veel bredere lagen van de bevolking afkomstig waren. Ook de cultu rele oriëntatie van Haerlem was binnen de golf van nieuwe verenigingen die in de laatste decennia van de negentiende eeuw tamelijk ongewoon. Het beroep dat de vereniging deed op 'alle Haarlemmers' en de lage drempel voor het lidmaatschap pasten daarentegen wel geheel binnen het tijdsgewricht. Datzelfde geldt voor de maatschappelijke oriëntatie van de doelstelling. Daarvan getuigt alleen al het feit dat de historische vereni ging Haerlem onderdeel uitmaakte van een golf van historische vereni gingen in Nederland. Een bijzondere vereniging? Zoals gezegd veranderde omstreeks 1900 de culturele infrastructuur, in die zin dat het aantal gezelschappen gericht op in de 'eigen kring' genie ten van toneel, muziek of schilderkunst afnam. Strikt genomen moesten mensen met belangstelling voor cultuur en die graag lid waren van een vereniging omzien naar alternatieven. Maar uiteraard is het voorhanden zijn van mensen met culturele interesse niet de reden waarom de Vereniging Haerlem werd opgericht. Er moeten andere, maatschappelij ke oorzaken aan de oprichting ten grondslag hebben gelegen.22' In de eerste plaats was er eind negentiende eeuw een sterk oplevende belangstelling voor het stedelijk verleden, en dan met name voor de Gouden Eeuw. Deze belangstelling hangt deels samen met de economi sche groei die sedert enige decennia in Haarlem en in heel Nederland BOUDIEN DE VRIES

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 123