goed herinneren, want ze vertelde dat er regelmatig planken over de
Geeuwkade werden gelegd om het water over te kunnen steken.
Na verloop van tijd nam Jelle een knecht, Klaas Giliams, in dienst en
de 'reiziger' Dirk de Jonge die als taak had de klanten te bezoeken. In
1923 leende Jelle samen met de dozenfabrikanten Jan en Wopke Gatzes
Spoelstra een bedrag van 3.500,- van de Sneker fabrikant Nicolaas de
Vries Senior. Vermoedelijk betrof het hier een lening voor een produc
tieorder en/of de aanschaf van nieuwe machines.
-134- Naar Haarlem
Uiteindelijk bleek het bedrijf in Sneek niet levensvatbaar te zijn.
Bovendien had Jelle's vrouw, die uit Haarlem afkomstig was, heimwee en
drong haar familie erop aan met het gezin naar de Spaarnestad te komen.
Vandaar dat Jelle in 1926 besloot zijn bedrijf naar Haarlem te verplaatsen.
In het voorjaar van 1926 liet hij een zeilschip voor de deur aan de
Geeuwkade afmeren en laadde zijn drukkerij-inventaris, meubelen en
huisraad in het ruim van het schip. Het bedrijfspand Geeuwkade 26 werd
aan derden verhuurd. Daarna voer het schip via de Geeuw, de Friese
meren, de Zuiderzee, het IJ en het Noorder Buitenspaarne naar Schoten,
waar het afmeerde ter hoogte van de Floresstraat. De zaak werd uitgela
den en op een meegebrachte handkar vervoerd naar een voormalige
houtopslagplaats (Iepenstraat 4) en de woonhuizen Iepenstraat 14 en 16
te Schoten. Jelle de Vries betrok korte tijd het woonhuis Iepenstraat 14,
Dirk de Jonge de benedenverdieping van het pand Iepenstraat 16, terwijl
de knecht Klaas Gilliams de bovenverdieping van dat huis kreeg toege
wezen.
Op 24 augustus 1926 kocht Jelle door middel van een gezamenlijke
overeenkomst met de Gemeente Schoten en de aannemer Jan Vink de
werkplaats Iepenstraat 4 met erf en grond die samen 1,05 are groot waren.
Hij betaalde 1.050,— voor de grond - tien gulden per vierkante meter -
en 1.950,— voor de werkplaats.
De woningen Iepenstraat 14 en 16 en de werkplaats nummer 4 waren
samen met enkele andere huizen tussen 1924 en 1926 gebouwd door
genoemde aannemer Jan Vink. De vergunning voor het bouwen van het
complexje woningen van zeven beneden- en zeven bovenwoningen, vier
pakhuizen met vier bovenwoningen (Iepenstraat 4 t/m 24 zwart en rood)
was aanvankelijk door het gemeentebestuur van Schoten geweigerd. In
1924 was de beslissing daarover verdaagd, omdat een overbuurman
bezwaar had tegen de komst van een aantal pakhuizen in de straat,
omdat 'het aanzien van de straat aanzienlijk werd geschaad, de reeds
Haerlem Jaarboek 2000