van te maken. Om dat te bereiken was meststof onontbeerlijk, maar des
tijds een uiterst schaars artikel. Op allerlei manieren probeerde hij dit
tekort op te heffen. Dankzij voortdurend experimenteren, zuinig beleid
en het feit dat de grond reeds voor het grootste deel in eigendom was,
slaagde hij redelijk in zijn opzet. Hij onderscheidde zich daarin van vele
'stadse heren', die over veel idealisme en enthousiasme, maar weinig ken
nis van zaken beschikten. Hun ondernemingen eindigden maar al te vaak
in een financiële strop.
Was Stephanus ook zo'n 'stadse heer'? Het lijkt er wel op. We weten
-156- niet of ook andere grondeigenaren zich metterwoon in hun ontginning
vestigden. Stephanus in ieder geval wel, al kon hij het niet zonder
bedrijfsleider stellen. Maar hoe gelukkig hij en Suzanna er ook waren -
ze werden er verblijd met de geboorte van drie zoontjes waarvan Willem
de oudste was - financieel was de zaak een mislukking en de boerderij
werd verkocht. Voor Willem lag in Heerde het paradijs van zijn kinder
tijd. Herhaaldelijk ging hij er in later jaren kijken.
In plaats van Suzanna's Hoeve kocht Stephanus in 1854 samen met
anderen 180 ha. land in het toen net drooggevallen Haarlemmermeer.
Maar ook de vette klei hier bracht niet genoeg op voor het langzamer
hand talrijke gezin. Min of meer uit nood werd hij bestuurder van het
land en zou zo verder carrière maken. Daarvoor werd hij zeer gewaar
deerd en benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Aan
het eind van zijn loopbaan was hij dijkgraaf van het uitgestrekte hoog
heemraadschap Rijnland en tevens directeur van de Amsterdamse Kanaal
Maatschappij. Deze heeft de aanleg van het Noordzeekanaal gefinan
cierd met de verkoop van landbouwgronden in de droogmakerijen. De
polders ontstonden vanaf 1873 ten noorden en ten zuiden van het kanaal,
dat voor een groot deel in het IJ en het Wijkermeer werd aangelegd.
Kopers van die gronden waren cliënten van Henriëtte's echtgenoot
Willem: familieleden en kennissen uit het Amsterdamse en Haarlemse
netwerk.
Eerste huwelijksjaren in Santpoort
Willem en Henriëtte begonnen hun huwelijk in 'het kleine huisje' in
Santpoort. Dit was gelegen op de voormalige blekerij Zorgvrij en was een
overblijfsel van de bedrijfsgebouwen daarvan aan de Straatweg.12' Het
huisje was eigendom van een verre verwant van Henriëtte, mr. Jan Pieter
van Wickevoort Crommelin. Heel riant zal het niet geweest zijn. Maar
desondanks beleefde het jonge gezin er 'prettige jaren'. De plek waar het
kleine huisje stond was schitterend. Op de voormalige bleekvelden was
Haerlem Jaarboek 2000